Storingen oplossen
Reparatie
(vervolg)
1. Verwarmingsketel aan verwarmingswater- en tap-
waterzijde afsluiten en aftappen.
2. Kabels van comfortsensor
3. Isolatie
van de platenwarmtewisselaar nemen.
B
4. Schroef
losmaken en platenwarmtewisselaar
C
eruit nemen.
D
Opmerking
Bij het uitbouwen kan uit de gedemonteerde pla-
tenwarmtewisselaar nog wat restwater vloeien.
5. Pakkingen
eruit halen en als afval verwijderen.
E
Temperatuurbegrenzer controleren.
Als de gasbranderautomaat na een uitschakeling van-
wege een storing niet ontgrendeld kan worden, hoewel
de ketelwatertemperatuur lager is dan circa 75 °C,
dient u de volgende punten uit te voeren:
Afb. 56
Verwisseling aanvoer-/retouraansluitingen zonnecircuit controleren
De controle moet gedurende meerdere dagen met
warmteopwekking d.m.v. zonne-energie (zonneschijn)
lopen.
Opmerking
Bij de herkenning van de zonneregelingsmodule SM1
in verband met de inbedrijfstellingsassistent loopt het
proces automatisch op de achtergrond.
Op de volgende toetsen drukken:
1. "Menu" of
2. "Service"
3. Wachtwoord "viservice" invoeren.
4. "Servicefuncties"
118
lostrekken.
A
A
6. Tapwateraansluitingen op kalkafzettingen controle-
ren. Evt. platenwarmtewisselaar reinigen of ver-
vangen.
7. Verwarmingswateraansluitingen op vuil controle-
ren. Evt. platenwarmtewisselaar reinigen of ver-
vangen.
8. Platenwarmtewisselaar met nieuwe pakkingen
in omgekeerde volgorde monteren.
Aanhaalmoment schroeven
Opmerking
Bij montage op de positie van de aansluitingen en
de juiste plaats van de pakkingen letten.
1. Kabels van de temperatuurbegrenzer
ken.
2. Doorgang van de temperatuurbegrenzer controle-
ren met een multimeter.
3. Defecte temperatuurbegrenzer demonteren.
4. Nieuwe temperatuurbegrenzer met warmtegelei-
dingspasta insmeren en inbouwen.
5. Na inbedrijfstelling de ontgrendelingstoets R op de
regeling indrukken.
5. "Controle (solaire) aanvoer-/retour-verwisse-
ling"
6. "Inschak.", of "Aan"
De controle duurt mogelijk meerdere dagen.
Het resultaat van de controle wordt in de storings-
meldingen weergegeven.
■
Als zonneaanvoer en zonneretour juist zijn aan-
gesloten, verschijnt "Controle solaire aanvoer-/
retour-verwisseling heeft geen fouten gevon-
den".
Als zonneaanvoer en zonneretour zijn verwis-
■
seld, verschijnt "Controle solaire aanvoer-/
retour-verwisseling heeft een probleem her-
kend".
E
4,5 Nm
±
0,5
C
lostrek-
A