Wiel verwisselen en wagen met de krik
omhoogbrengen .
Waarop letten
Vóór het verwisselen
›
De wagen veilig parkeren en tegen wegrollen be-
veiligen.
›
De motor afzetten.
›
Alle passagiers laten uitstappen. Tijdens het ver-
wisselen van een wiel moeten de passagiers zich
naast de weg ophouden, bv. achter de vangrail.
›
Alle portieren, de motorkap en achterklep sluiten.
›
Indien een aanhangwagen is aangekoppeld, dan de-
ze afkoppelen.
Wagen opkrikken
WAARSCHUWING
De grondplaat van de krik steeds beveiligen tegen
verschuiven!
Op losse ondergrond een stabiele draagplaat met
▶
groot oppervlak onder de krik plaatsen.
Op gladde oppervlakken onder de krik een slipvas-
▶
te onderlegger, bv. een rubberen vloermat, plaat-
sen.
De wagen altijd opkrikken terwijl de portieren zijn
▶
gesloten.
Geen lichaamsdelen onder de opgekrikte wagen
▶
houden.
De motor van de opgekrikte wagen niet starten.
▶
LET OP
Gevaar voor schade aan de wagen!
Let erop dat de krik correct onder het steunpunt
▶
van de dorpel wordt aangebracht.
Na het verwisselen
›
De bandenspanning van het gemonteerde wiel
controleren en zo nodig corrigeren.
›
Bij wagens met bandenspanningscontrole de ban-
denspanningswaarden in het systeem opslaan.
›
Het aantrekmoment van de wielbouten van het ge-
monteerde wiel zo snel mogelijk laten controleren.
Het voorgeschreven aantrekmoment bedraagt
120 Nm.
Tot de controle van het aanhaalmoment voorzichtig
rijden.
De beschadigde band vervangen. Een bandenrepara-
tie wordt afgeraden.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Een te laag aanhaalmoment kan ertoe leiden dat
▶
het wiel loskomt tijdens het rijden.
Een te hoog aanhaalmoment kan leiden tot bescha-
▶
diging van het schroefdraad en vervorming van de
velg.
Wielen ›
Wiel verwisselen en wagen met de krik omhoogbrengen .
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Bouten niet invetten of inoliën.
▶
Geen gecorrodeerde of beschadigde bouten ge-
▶
bruiken.
Wiel verwisselen en wagen met de krik
omhoogbrengen
Bouten losdraaien
›
Indien de wagen beschikt over afdekkappen voor
de wielbouten of wieldoppen, deze verwijderen.
WAARSCHUWING
Wanneer bij het losdraaien van de bout op het sleu-
▶
teluiteinde wordt gestaan, dan steun zoeken bij de
wagen voor een beter stabiliteit.
Steunpunten voor de krik
16 cm
A
34 cm
B
Krik aanbrengen en wagen opkrikken
De krik uit het wagengereedschap gebruiken.
167
Enkele wagen kunnen
over antidiefstalwielbou-
ten beschikken die de
wielen beveiligen tegen
diefstal.
›
De adapter tot de aan-
slag op de antidiefstal-
wielbout steken.
›
De sleutel op de wiel-
bout of op de adapter
aanbrengen.
›
De bout maximaal een
halve omwenteling
draaien, zodat het wiel
niet loskomt en eraf
kan vallen.