Aanhangwagenmanoeuvreerhulp Trailer
Assist
Gebruiksdoel
De aanhangwagenmanoeuvreerhulp ondersteunt de
bestuurder bij het achteruitrijden met een aanhang-
wagen.
Waarop letten
Het systeem in de volgende gevallen uiterst voor-
zichtig gebruiken.
Op een losse of gladde ondergrond.
▶
Als sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn
▶
gemonteerd.
LET OP
Het systeem waarschuwt niet voor obstakels en be-
waakt ook niet het gebied achter de aanhangwagen.
De bestuurder moet zelf controleren of er zich geen
obstakel in het gebied achter de aanhangwagen be-
vindt.
Werking
De camera achter controleert de knikhoek van de
aanhangwagendissel. Het systeem voert stuurbewe-
gingen uit om de aanhangwagen in de gewenste
richting te manoeuvreren. De bestuurder bedient de
pedalen en de versnellings- resp. keuzehendel.
De bestuurder stelt de gewenste richting in met de
draaiknop voor de buitenspiegel.
Werkingsvoorwaarden
✓ De rijsnelheid is lager dan 5 km/h.
✓ De ASR is geactiveerd en er vindt geen ingreep
plaats.
✓ De achterklep is gesloten.
✓ Het bestuurdersportier is gesloten.
✓ Er is een éénassige of tweeassige aanhangwagen
zonder gestuurde as aangekoppeld.
✓ De aanhangwagendissel is niet afgedekt.
✓ De aanhangwagen zwenkt niet te ver uit.
Bediening
Voor het inschakelen
›
Meerdere keren afslaan of door bochten rijden met
aangekoppelde aanhangwagen.
Het systeem bepaalt de dissellengte om de maximale
manoeuvreerhoek te kunnen gebruiken.
Parkeerhulpsystemen ›
Aanhangwagenmanoeuvreerhulp Trailer Assist
Systeem inschakelen
›
De achteruitversnelling inschakelen.
›
Het rempedaal intrappen.
›
Het stuurwiel loslaten en de toets
Manoeuvreren
›
Beginnen met achteruitrijden.
Tijdens het achteruitrijden kan de instelling worden
gecorrigeerd.
›
Stoppen, zodra de doelpositie van de aanhangwa-
gen is bereikt.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwondingen!
Tijdens het inparkeren niet tussen de stuurwielspa-
▶
ken grijpen.
Alleen de pedalen en de versnellings-/keuzehendel
▶
bedienen.
Combinatie recht zetten
›
De draaiknop naar achteren kantelen.
›
Vooruit- en achteruitrijden tot de gewenste positie
van de combinatie is bereikt.
Systeem uitschakelen
›
De toets
Automatische systeemuitschakeling
Als de volgende situaties zich voordoen tijdens het
manoeuvreren, vindt een automatische systeemuit-
schakeling en een remingreep plaats.
De toets
▶
Het bestuurdersportier wordt geopend.
▶
Het stuurwiel wordt vastgepakt.
▶
De rijsnelheid is te hoog.
▶
De aanhangwagen zwenkt te ver uit.
▶
indrukken.
›
De draaiknop voor de
buitenspiegel naar
rechts of links kante-
len.
Op het display van het
instrumentenpaneel
wordt het instelmenu
weergegeven.
Actuele positie van
A
de aanhangwagen
Doelpositie van de
B
aanhangwagen
Manoeuvreerhoek
C
›
De draaiknop naar
rechts of links kantelen
om doelpositie van de
aanhangwagen in te
stellen.
indrukken.
wordt ingedrukt.
149