142 Bestuurdershulpsystemen ›
Deactivering van het eerste beveiligingsniveau
De deactivering van het eerste beschermingsniveau
is als volgt mogelijk.
Door de activering van de ESC Sport.
▶
Door de deactivering van de ASR.
▶
Door het selecteren van de rijmodus Sport.
▶
In het infotainment in het menu:
▶
Probleemoplossing
Storing proactief systeem voor inzittendenbe-
scherming
brandt samen met
Melding over de niet beschikbaarheid of func-
tiebeperking
›
De hulp van een specialist inroepen.
Vermoeidheidsherkenningsassistent
Driver Alert
Werking
De vermoeidheidsherkenning analyseert het stuur-
gedrag. Als deze vermoeidheid bij de bestuurder de-
tecteert, wordt een rusttijd aanbevolen. Op het dis-
play van het instrumentenpaneel gaat het symbool
branden.
WAARSCHUWING
Bij een zogenaamde microslaap vindt geen waar-
schuwing plaats.
Terugzetten van de aanbevolen rusttijd
Het terugzetten van de aanbevolen rusttijd vindt
plaats in de volgende gevallen.
Er wordt gestopt en het contact wordt uitgescha-
▶
keld.
Er wordt gestopt, de veiligheidsgordel wordt afge-
▶
daan en het bestuurdersportier geopend.
Er wordt langer dan 15 minuten gestopt.
▶
In enkele situaties kan het systeem ten onrechte
een rusttijd aanbevelen.
Werkingsvoorwaarden
✓ Rijsnelheid tussen 60-200 km/h.
Instellingen
Activering/deactivering
In het infotainment in het menu:
Vermoeidheidsherkenningsassistent Driver Alert
Hulpsysteem voor noodsituaties
Emergency Assist
Gebruiksdoel
Het hulpsysteem voor noodsituaties herkent de inac-
tiviteit van de bestuurder, die bv. door een plotseling
bewustzijnsverlies kan worden veroorzaakt. Het sys-
.
teem neemt vervolgens maatregelen om de wagen
zo veilig mogelijk tot stilstand te vertragen.
Met het hulpsysteem kunnen alleen wagen met au-
tomatische versnellingsbak zijn uitgerust.
Werking
Indien het hulpsysteem inactiviteit van de bestuur-
der herkend
Er klinkt een akoestisch signaal en op het display in
▶
het instrumentenpaneel verschijnt een melding.
Indien de bestuurder na herhaaldelijke waarschu-
▶
wing de besturing niet overneemt, worden de
alarmlichten ingeschakeld en wordt de wagen au-
tomatisch afgeremd.
Nadat de wagen tot stilstand is gekomen, wordt de
▶
parkeerrem ingeschakeld.
Onderbreking van het automatisch remmen
Door het intrappen van het rem- of gaspedaal.
▶
Door een stuurbeweging.
▶
Werkingsvoorwaarden
✓ Lane Assist is geactiveerd en de begrenzingslijnen
✓ ACC is geactiveerd en houdt de ingestelde snel-
van de rijstrook zijn herkend.
heid vast.