136 Bestuurdershulpsystemen ›
Dit is echter alleen mogelijk in de mate waarin het
motorvermogen resp. de motorremwerking dit toe-
laten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor onbedoeld starten van het SRS!
Het SRS na gebruik deactiveren.
▶
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
brandt - Het SRS is geactiveerd
brandt - De snelheidsregeling is actief
Bij het starten van de snelheidsregeling wordt
de ingestelde snelheid weergegeven.
Werkingsvoorwaarden
✓ De rijsnelheid is hoger dan 20 km/h.
Bediening
Met de hendel bedienen
A
SRS activeren (snelheidsregeling inactief)
SRS deactiveren
Regeling onderbreken (tegen de veer-
druk in)
B
Snelheidsregeling weer hervatten
heid verhogen
C
Regeling met de actuele snelheid starten /
snelheid verlagen
D
Menu van de hulpsystemen weergeven - Mo-
gelijkheid om tussen het snelheidsregelsysteem
en de snelheidsbegrenzer om te schakelen
Tijdelijk accelereren
›
Het gaspedaal intrappen.
Na het loslaten van het gaspedaal daalt de snelheid
tot de opgeslagen waarde.
Snelheidsregeling onderbreken
Na het intrappen van het rempedaal.
▶
Na een ESC-ingreep.
▶
Als geen snelheid is ingesteld, wordt de actuele snelheid overgenomen.
1)
Automatische afstandsregeling (ACC)
Probleemoplossing
Storing snelheidsregelsysteem
Automatische afstandsregeling (ACC)
Werking
Regeling
ACC houdt de ingestelde snelheid vast. Als uw wa-
gen een voorligger nadert, begint de ACC automa-
tisch de ingestelde afstand tot dit voertuig vast te
houden.
Het vasthouden van de ingestelde snelheid en de af-
stand wordt hierna regeling genoemd.
WAARSCHUWING
ACC reageert niet op stilstaande objecten noch op
kruisende of tegemoetkomende objecten.
wegen.
Snelheidsgebied
Afhankelijk van de uitrusting maakt ACC een snel-
heidsinstelling mogelijk in een gebied van 30-160 of
30-210 km/h.
Als bij wagen met automatische versnellingsbak de
regeling wordt gestart bij een snelheid van minder
dan 30 km/h, wordt de snelheid automatisch ver-
hoogd naar 30 km/h of geregeld op basis van de
snelheid van de voorligger.
Afstandsniveau
De afstand tot de voorligger is instelbaar in het be-
reik van 1 tot 3,6 s in vijf verschillende niveaus.
Automatisch stoppen en wegrijden
Een wagen met automatische versnellingsbak kan
1)
/ snel-
met behulp van de ACC tot stilstand vertragen en
weer in beweging komen. Bij een langere stopfase
wordt de regeling onderbroken.
›
Om de regeling te hervatten, het gaspedaal intrap-
pen of de hendel in stand
Inhalen
Indien uw wagen naar de linker rijbaan wisselt en
geen voorligger wordt herkend, accelereert ACC tot
de ingestelde snelheid.
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
brandt
›
De hulp van een specialist inroepen.
ACC is met name bedoeld voor gebruik op snel-
brandt - ACC is geactiveerd
zetten.