Veiligheidssystemen en airbags
Veiligheidsgordels
Werking
Correct omgegespte veiligheidsgordels bieden een
zeer goede bescherming bij ongelukken. Ze verklei-
nen het risico op lichamelijk letsel aanzienlijk en ver-
groten de kans een zwaar ongeval te overleven.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels mogen niet worden uitge-
▶
bouwd en op geen enkele manier worden gewij-
zigd.
Nooit proberen om de veiligheidsgordels zelf te re-
▶
pareren. Een beschadigde veiligheidsgordel direct
door een specialist laten vervangen.
Gordeloprolautomaat
De gordeloprolautomaat blokkeert de gordel als hier
met een ruk aan wordt getrokken. De veiligheidsgor-
dels blokkeren bv. bij een noodstop, bij het accelere-
ren, in bochten en als de wagen gaat hellen.
WAARSCHUWING
Indien de veiligheidsgordel niet blokkeert als hier
▶
met een ruk aan wordt getrokken, dient de oprol-
automaat door een specialist te worden gecontro-
leerd.
Gordelspanners
De veiligheid van gordeldragende bestuurder, bijrij-
der en de passagiers op de buitenste zitplaatsen ach-
terin wordt door de gordelspanners op de oprolauto-
maten van de voorste en achterste buitenste veilig-
heidsgordels vergroot.
De veiligheidsgordel wordt bij een ongeval met een
bepaalde hevigheid door de gordelspanner gespan-
nen, zodat een ongewenste lichaamsbeweging
wordt voorkomen.
De gordelspanner kan ook bij niet gedragen veilig-
heidsgordel worden geactiveerd.
Bij lichte botsingen, bij een koprol en bij ongevallen
waarbij geen grote krachten werkzaam zijn, vindt er
geen activering van de gordelspanners plaats.
Bij het activeren van de gordelspanners komt
rook vrij. Dat is geen teken dat de wagen in brand
staat.
Reversibele gordelspanners
Wagens met proactief systeem voor inzittendenbe-
scherming zijn uitgerust met reversibele gordelspan-
ners
» Pagina
145.
De reversibele gordelspanners verhogen de veilig-
heid voor de bestuurder en voorpassagier die de gor-
del hebben omgegespt, doordat de veiligheidsgordel
in kritische rijsituaties nauw over het lichaam ge-
spannen en aansluitend weer ontspannen wordt.
Veiligheidssystemen en airbags ›
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
Afhankelijk van het type beeldscherm kan de weer-
gave als volgt plaatsvinden.
brandt - niet omgegespte veiligheidsgordel
voorin en eventueel achterin
brandt - onbezette zitplaats achterin
brandt - niet omgegespte veiligheidsgordel op
de zitplaats achterin
brandt - niet omgegespte veiligheidsgordel op de
zitplaats achterin
brandt - omgegespte veiligheidsgordel op de
zitplaats achterin
brandt - omgegespte veiligheidsgordel op de
zitplaats achterin
brandt - omgegespte veiligheidsgordel op de
zitplaats achterin
Bediening
Gordel omgespen
goed is vastgeklikt.
Gordel losmaken
Veiligheidsgordels
37
›
De slotgesp vastpak-
ken en de gordelband
langzaam over borst en
bekken in richting van
het gordelslot trekken.
›
De slotgesp in het gor-
delslot steken tot deze
hoorbaar vastklikt.
›
Aan de veiligheidsgor-
del trekken en contro-
leren of de slotgesp
›
De slotgesp vastpak-
ken en losmaken door
de rode knop in te
drukken.
›
De gordelband vast-
houden, zodat deze bij
het oprollen niet ver-
draaid.