Inhoudsopgave
Advertenties
›
De tankdop op de brandstofvulopening aanbren-
gen en tegen de pijlrichting in draaien tot deze
vastklikt.
›
De tankklep sluiten en vergrendelen.
Probleemoplossing
Als een andere brandstof is getankt dan diesel vol-
gens de voor uw wagen geldende normen
›
De motor niet starten en het contact niet inscha-
kelen.
›
De hulp van een specialist inroepen.
Het dieselvulpistool kan niet correct in de tankvu-
lopening worden gestoken
›
Als het dieselvulpistool niet correct in de tankvulo-
pening kan worden gestoken, het dieselvulpistool
bij het insteken iets heen en weer bewegen.
Technische gegevens
De voorgeschreven brandstof voor uw wagen staat
vermeld op een sticker aan de binnenkant van de
tankklep.
De tankinhoud bedraagt ongeveer 50 liter, waarvan 7
liter reserve.
brandt - de brandstofvoorraad heeft het reser-
vegebied bereikt
CNG (gecomprimeerd aardgas)
Waarop letten
WAARSCHUWING
Aardgas is zeer explosief en zeer brandgevaarlijk.
WAARSCHUWING
Levens-, explosie- of brandgevaar!
De gaslucht in de wagen of tijdens het tanken niet
▶
negeren.
De aardgastanks aan de wagen mogen niet worden
▶
blootgesteld aan de inwerking van ongewenste
warmtebronnen.
Bij het tanken van aardgas niet in de wagen stap-
▶
pen. Bij het instappen kunnen elektrostatische ont-
ladingen optreden. Indien vervolgens de vulkoppe-
Motor, uitlaatsysteem en brandstof ›
Diesel
A
Bio-aandeel in pro-
B
cent
CNG (gecomprimeerd aardgas)
ling van de tankinstallatie wordt aangeraakt, kan er
vonkvorming optreden waardoor brand kan ont-
staan.
WAARSCHUWING
Bij contact van de wagenbodem met de grond of bij
een ongeval kan schade aan de aardgastanks optre-
den. Indien beschadigde aardgastanks worden ge-
vuld, kunnen deze barsten en ernstig of dodelijk let-
sel veroorzaken!
Onmiddellijk een gassysteemtest laten uitvoeren
▶
door een specialist.
Geen aardgas tanken, zolang geen gassysteemtest
▶
is uitgevoerd.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de motor en het uit-
laatsysteem.
Geen LNG (Liquefied Natural Gas), LPG (Liquefied
▶
Petroleum Gas) en geen hythaan (mengsel van wa-
terstof en methaan) gebruiken.
Voorschriften
Varianten van de CNG-sticker bij aardgaswagens
Plaats van de sticker
Regelmatige controles van de aardgasinstallatie
Aan aardgaswagens moeten regelmatig gasinstalla-
tiecontroles door een specialist worden uitgevoerd.
De eigenaar van de wagen is verantwoordelijk voor
het correct uitvoeren van de controles.
Bij nieuwe wagens na 4 jaar en daarna elke 2 jaar
Gassysteem op lekkage controleren en visuele
▶
controle van de aardgastank uitvoeren.
Tankdop controleren.
▶
Vulaansluiting en afdichtring in vulaansluiting con-
▶
troleren, eventueel afdichtring reinigen.
Levensduur van de tanks
De levensduur van de aardgastanks bedraagt maxi-
maal 20 jaar.
157
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
