166 Wielen ›
Wiel verwisselen en wagen met de krik omhoogbrengen .
Een niet-volwaardig reservewiel op de maximaal
voorgeschreven spanning brengen.
Noodreservewiel
Een noodreservewiel is van een waarschuwingsstic-
ker voorzien die zich op de velg bevindt. Dit wiel is
bedoeld voor het bereiken van de dichtstbijzijnde
specialist.
Een noodreservewiel is aanzienlijk smaller dan af fa-
briek gemonteerde wielen.
Wiel bij wagens zonder soundsysteem
verwijderen en aanbrengen
Het reserve- of noodreservewiel is in de bagage-
ruimte in een kuip onder de bodembekleding of vari-
abele bagageruimtevloer bevestigd.
Verwijderen
Aanbrengen
›
Het wiel met de buitenzijde naar onder in de kuip
leggen.
›
De bevestigingsriem door de tegenoverliggende
openingen in de velg trekken.
›
De borgmoer tot de aanslag erop draaien.
›
De box met het wagengereedschap in het wiel aan-
brengen en met de riem vastzetten.
Wiel bij wagens met soundsysteem
verwijderen en aanbrengen
Verwijderen
›
De bevestigingsriem
losmaken en de box
met het wagengereed-
schap verwijderen.
›
De borgmoer eruit
draaien.
›
Het wiel verwijderen.
›
De bevestigingsriem
losmaken en de box
met het wagengereed-
schap verwijderen.
›
De vergrendelings-
knoppen indrukken en
de stekker losmaken.
Aanbrengen
›
Het wiel met de buitenzijde naar onder in de kuip
leggen.
›
De lagetonenluidspreker aanbrengen.
›
De borgmoer tot de aanslag erop draaien.
›
De stekker op de lagetonenluidspreker aansluiten.
›
De box met het wagengereedschap aanbrengen en
met de riem vastzetten.
Wiel verwisselen en wagen met de krik
omhoogbrengen .
Waarop letten
Vóór het verwisselen
›
De wagen veilig parkeren en tegen wegrollen be-
veiligen.
›
De motor afzetten.
›
Alle passagiers laten uitstappen. Tijdens het ver-
wisselen van een wiel moeten de passagiers zich
naast de weg ophouden, bv. achter de vangrail.
›
Alle portieren, de motorkap en achterklep sluiten.
›
Indien een aanhangwagen is aangekoppeld, dan de-
ze afkoppelen.
Wagen opkrikken
WAARSCHUWING
De grondplaat van de krik steeds beveiligen tegen
verschuiven!
Op losse ondergrond een stabiele draagplaat met
▶
groot oppervlak onder de krik plaatsen.
Op gladde oppervlakken onder de krik een slipvas-
▶
te onderlegger, bv. een rubberen vloermat, plaat-
sen.
De wagen altijd opkrikken terwijl de portieren zijn
▶
gesloten.
Geen lichaamsdelen onder de opgekrikte wagen
▶
houden.
De motor van de opgekrikte wagen niet starten.
▶
LET OP
Gevaar voor schade aan de wagen!
Let erop dat de krik correct onder het steunpunt
▶
van de dorpel wordt aangebracht.
›
De borgmoer eruit
draaien.
›
De lagetonenluidspre-
ker verwijderen.
›
Het wiel verwijderen.