Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

112 Infotainment Amundsen ›
dersteunen, is te vinden op de internetpagina's
van Google, Inc.
✓ Op het mobiele apparaat is de Android Auto ap-
plicatie geïnstalleerd.
✓ Sommige applicaties vereisen dat de dataverbin-
ding op het mobiele apparaat is ingeschakeld.
Voorwaarden voor Apple CarPlay
✓ Het te verbinden apparaat moet de Apple Car-
Play-verbinding ondersteunen.
Een lijst van apparaten, ondersteunde regio's en
applicaties die de Apple CarPlay-verbinding on-
dersteunen, is te vinden op de internetpagina's
van Apple Inc.
✓ De spraakbediening Siri is ingeschakeld.
✓ De dataverbinding op het mobiele apparaat is in-
geschakeld.
Voorwaarden voor MirrorLink
✓ Het te verbinden apparaat moet de MirrorLink-
verbinding ondersteunen.
Een lijst van apparaten en applicaties die de Mir-
rorLink-verbinding ondersteunen, is te vinden op
de internetpagina's van Car Connectivity Consor-
tium®.
✓ Op het mobiele apparaat is de MirrorLink applica-
tie geïnstalleerd.
✓ Sommige applicaties vereisen dat de dataverbin-
ding op het aangesloten mobiele apparaat is inge-
schakeld.

Bediening

Bediening van de actieve MirrorLink-applicatie
Weergave van de onderste bedieningsvlakken
Weergave van de bovenste bedieningsvlakken
Terugkeren naar het hoofdmenu MirrorLink
Beperking
Beperking van de wifi-verbinding
In sommige landen is de wifi-verbinding om juridi-
sche redenen beperkt. Bij het passeren van de
grens van het betreffende land kan de verbinding
van het via wifi aangesloten mobiele apparaat wor-
den beëindigd of beperkt.
Laat u informeren over de landspecifieke wettelij-
ke beperkingen. De wifi zo nodig handmatig uitscha-
kelen.
Beperking van de SmartLink-applicaties tijdens het
rijden
Om veiligheidsredenen is de bediening van enkele
SmartLink-applicaties tijdens het rijden niet of
slechts beperkt mogelijk.
SmartLink
Beperking van de navigatiefunctie
Indien momenteel een routegeleiding plaatsvindt via
het infotainment, dan wordt deze door het starten
van de routegeleiding in de Apple CarPlay-applicatie
beëindigd.
Indien momenteel een routegeleiding in de Apple
CarPlay-applicatie plaatsvindt, dan wordt deze door
het starten van de routegeleiding op het infotain-
ment beëindigd.
SmartLink-instellingen
Apple CarPlay - Verbinding via USB
Apple CarPlay - Verbinding via wifi vanuit het info-
tainment
Apple CarPlay - Verbinding via wifi vanuit het mo-
biele apparaat
Voor de verbindingsopbouw moet aan de volgende
voorwaarden zijn voldaan.
✓ De minimaal vereiste iOS-versie is 9.
✓ Er is geen ander mobiel apparaat via SmartLink
✓ In het infotainment is de wifi- en Bluetooth®-
Het infotainment inschakelen.
Het mobiele apparaat inschakelen.
Het mobiele apparaat via een kabel aansluiten op
de voorste USB-ingang.
De verbinding via Apple CarPlay selecteren.
Op het Apple mobiele apparaat Bluetooth® en de
Bluetooth®-zichtbaarheid inschakelen.
Mobiele apparaten beheren aantippen.
In de getoonde lijst het gewenste apparaat met het
symbool opzoeken en selecteren.
De aanwijzingen op het infotainmentbeeldscherm
opvolgen en de Bluetooth®-koppeling bevestigen.
Indien een andere apparaat met het infotainment is
verbonden, het te vervangen apparaat selecteren.
verbonden.
functie ingeschakeld.
Op het mobiele apparaat de CarPlay-functie in-
schakelen.
De toets
op het multifunctiestuurwiel inge-
drukt houden.
Op het infotainmentbeeldscherm wordt een mel-
ding weergegeven over de verbinding met de
naam van de Bluetooth®-eenheid van het infotain-
ment.
Beschikbare Bluetooth®-apparaten op de telefoon
opzoeken.
De Bluetooth®-eenheid van het infotainment kie-
zen.
Eventueel de PIN bevestigen.
Op het infotainmentbeeldscherm het verbindings-
type Apple CarPlay selecteren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave