Stoelen, stuurwiel en spiegels
Voorstoel - handmatig bediend
Bedieningselementen van de stoel
In langsrichting instellen - na het loslaten van de
A
bedieningshendel moet de vergrendeling hoor-
baar vergrendelen
Hoogte instellen
B
Schuine stand van de rugleuning instellen - bij de
C
instelling niet tegen de rugleuning leunen
Lendensteun instellen: Bolling van de welving
D
In het verstelmechanisme voor schuine stand van de
rugleuning kan na enige tijd speling ontstaan.
Neerklapbare bijrijdersstoelleuning
Neerklappen
Terugklappen
›
Aan de bedieningshendel trekken.
›
De leuning terugklappen tot deze hoorbaar ver-
grendelt.
Stoelen, stuurwiel en spiegels ›
›
Aan de bedieningshen-
del trekken.
›
De rugleuning neer-
klappen tot deze hoor-
baar vergrendelt.
Voorstoel - handmatig bediend
Voorstoel - elektrisch bediend
Bedieningselementen van de stoel
Zitting instellen
Rugleuning instellen
Lendensteun instellen
Achterbank
Rugleuningen neerklappen
Voor het neerklappen
›
De hoofdsteunen achterin tot de aanslag inschui-
ven of verwijderen.
›
De voorstoelen zodanig verstellen, dat deze door
de neergeklapte rugleuningen niet worden bescha-
digd.
›
De buitenste veiligheidsgordel naar de zijbekleding
trekken.
33
In lengterichting ver-
A
stellen
Hoek instellen
B
Hoogte instellen
C
Hoek instellen
A
Positie van de wel-
A
ving instellen
Bolling van de wel-
B
ving instellen