108 Infotainment Amundsen ›
Het infotainment biedt de mogelijkheid om het
bericht contextafhankelijk voor te lezen met de ge-
genereerde infotainmentstem door het aantippen
van .
E-mail verzenden
›
In het hoofdmenu Telefoon
mail aantippen.
›
Een e-mail schrijven en bevestigen, er wordt een
weergave van de e-mail getoond.
Het bericht kan worden bewerkt door de tekst in
de weergave aan te raken.
›
De ontvanger van de e-mail opzoeken of kiezen.
›
Meerdere ontvangers toevoegen of geselecteerde
ontvangers bevestigen.
›
Het onderwerp van de e-mail ingeven.
›
Zenden aantippen.
Binnengekomen e-mail weergeven
›
In het hoofdmenu Telefoon
tippen.
›
De gewenste e-mail kiezen.
›
Om een grafische melding over de ontvangst van
een nieuwe e-mail in of uit te schakelen, in het
hoofdmenu Telefoon
aantippen.
Instellingen van de telefoonfuncties van het
infotainment
Telefoon-infotainment-verbindingssoorten
De verbinding van de telefoon vindt, afhankelijk van
het aantal telefoons dat momenteel is verbonden
met het infotainment, op de volgende wijze plaats.
Geen telefoon - De telefoon wordt als basistele-
▶
foon verbonden.
Een telefoon - De telefoon wordt als extra tele-
▶
foon verbonden.
Twee telefoons - De te vervangen telefoon kiezen.
▶
›
Om om te schakelen tussen de basistelefoon en
de extra telefoon in het hoofdmenu Telefoon
aantippen.
Telefoon met het infotainment verbinden
›
Beschikbare Bluetooth®-apparaten op de telefoon
opzoeken.
›
De Bluetooth®-eenheid van het infotainment kie-
zen.
De naam van de eenheid kan in het menupunt
Mobiele apparaten beheren
vastgesteld.
›
De PIN bevestigen, evt. ingeven en bevestigen.
Infotainment met een niet-gekoppelde telefoon
verbinden - er is geen telefoon verbonden
›
aantippen.
Telefoon
E-mails
Nieuwe e-
E-mails
aan-
Waarschuwingen bij nieuwe berichten
Apparatennaam worden
Of:
›
aantippen.
›
De aanwijzingen op het infotainmentbeeldscherm
opvolgen.
Infotainment met een niet-gekoppelde telefoon
verbinden - er is een andere telefoon verbonden
›
Mobiele apparaten beheren aantippen.
›
Het gewenste apparaat in de lijst met beschikbare
apparaten kiezen.
›
Het gewenste Bluetooth®-profiel kiezen.
›
De PIN bevestigen, evt. ingeven en bevestigen.
De telefoon wordt als extra telefoon verbonden.
Of:
›
Indien twee telefoons met het infotainment zijn
verbonden, de te vervangen telefoon kiezen.
Infotainment met een eerder gekoppelde telefoon
verbinden
›
Mobiele apparaten beheren aantippen.
Of:
Mobiele telefoon kiezen aantippen.
›
Het gewenste apparaat in de lijst met eerder ver-
bonden apparaten kiezen.
De telefoon wordt als extra telefoon verbonden.
Of:
›
Indien twee telefoons met het infotainment zijn
verbonden, de te vervangen telefoon kiezen.
Voorkeuzetoetsen voor favoriete contacten behe-
ren
›
Om op te slaan de gewenste voorkeuzetoets
ingedrukt houden.
›
Een contact uit de weergegeven lijst kiezen.
›
Indien het contact meerdere telefoonnummers be-
vat, het gewenste telefoonnummer kiezen.
›
Voor de weergave van het menu voor het wissen
in het hoofdmenu Telefoon
tippen.
›
Voor het wissen van een voorkeuzetoets het ge-
wenste lijstitem aantippen en de wisprocedure be-
vestigen.
Of:
A
Favorieten beheren aan-