Armsteun achterin
Instellingen
Stuurwiel
Stuurwiel instellen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Het stuurwiel niet tijdens het rijden instellen.
▶
Probleemoplossing
Storing stuurbekrachtiging
brandt - Stuurbekrachtiging volledig uitgeval-
len, voor het sturen is meer kracht nodig
›
Het contact uitschakelen, de motor starten en en-
kele meters rijden.
›
Indien het controlelampje
der rijden. De hulp van een specialist inroepen.
brandt - Stuurbekrachtiging gedeeltelijk uitge-
vallen, voor het sturen is mogelijk meer kracht
nodig
Stoelen, stuurwiel en spiegels ›
›
De armsteun omlaag-
klappen.
De omlaaggeklapte
armleuning kan als ta-
fel worden gebruikt.
›
De borghendel naar
beneden zwenken.
›
Het stuurwiel in de ge-
wenste stand zetten.
›
De borghendel tot de
aanslag drukken.
niet uit gaat, niet ver-
›
Het contact uitschakelen, de motor starten en en-
kele meters rijden.
›
Indien het controlelampje
voorzichtig verder worden gereden. De hulp van
een specialist inroepen.
Storing stuurkolomvergrendeling
knippert
Melding betreffende een storing van de stuur-
kolomvergrendeling
›
De wagen stilzetten.
›
De hulp van een specialist inroepen.
Na het afzetten van het contact is het niet meer mo-
gelijk het contact in te schakelen, de stuurinrichting
te vergrendelen en de elektrische verbruikers in te
schakelen.
knippert
Melding betreffende een storing van het
stuurslot
›
Er kan voorzichtig verder worden gereden. De hulp
van een specialist inroepen.
Stuurkolomvergrendeling niet ontgrendeld
knippert
Melding betreffende de noodzakelijke stuur-
wielbeweging
›
Het stuurwiel iets heen en weer bewegen.
›
Als de stuurinrichting niet wordt ontgrendeld, de
wagen stilzetten en de hulp van een specialist in-
roepen.
Binnenspiegel
Bediening
Binnenspiegel met handmatige dimfunctie
Binnenspiegel met zelfdimfunctie
Het dimmen van de spiegel wordt na het starten van
de motor automatisch geregeld door de sensoren in
de spiegel.
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen!
Een oplichtend display van bv. een mobiele telefoon
of een navigatie-apparaat kan de werking van de
zelfdimfunctie beïnvloeden.
Deze apparaten niet in de buurt van de spiegel be-
▶
vestigen.
Armsteun achterin
35
niet uit gaat, kan
Spiegel niet gedimd
A
Spiegel gedimd
B