De buitentemperatuur is lager dan de in de handlei-
▶
ding van de fles met bandenafdichtmiddel aange-
geven minimumtemperatuur.
Het gat in de band is groter dan 4 mm.
▶
Beschadigingen in de wang van de band.
▶
De minimale houdbaarheidsdatum op de fles met
▶
bandenafdichtmiddel is verstreken.
Tips om het zelf te doen
Band afdichten
›
Het ventieldopje van de beschadigde band eraf
draaien.
›
Met de ventielsleutel het ventielinzetstuk eruit
draaien en op een schone ondergrond leggen.
›
De fles met bandenafdichtmiddel schudden.
›
De vulslang op de fles draaien. De folie op de dop
wordt doorgeprikt.
›
De sluitstop van de vulslang verwijderen en op het
bandenventiel steken.
›
De fles ondersteboven houden en de gehele inhoud
afdichtmiddel in de band vullen.
›
De vulslang van het ventiel verwijderen.
›
Het ventielinzetstuk aanbrengen.
Band oppompen
›
De vulslang van de luchtcompressor op het ventiel
van de band aanbrengen.
›
De wagen met de parkeerrem beveiligen.
›
De motor starten.
›
De stekker van de luchtcompressor in het 12 volt
stopcontact steken.
›
De luchtcompressor inschakelen.
›
Zodra een spanning van 2,0-2,5 bar is bereikt, de
luchtcompressor uitschakelen.
De maximale werkingstijd van de luchtcompressor
volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van
de bandenafdichtset opvolgen.
›
Als de bandenspanning van 2,0-2,5 bar niet werd
bereikt, de vulslang van het ventiel afschroeven.
›
Ongeveer 10 meter voor- of achteruitrijden zodat
het afdichtmiddel zich in de band kan verdelen.
›
De vulslang opnieuw op het ventiel draaien en het
oppompen herhalen.
Bandenspanning
Waarop letten
LET OP
De bandenspanning altijd aan de belading aanpas-
▶
sen.
De bandenspanning van alle banden ten minste
▶
eenmaal per maand en voor elke grote rit controle-
ren.
Wielen ›
De bandenspanning controleren als de banden
▶
koud zijn. De verhoogde bandenspanning bij warme
banden zo mogelijk niet verminderen.
Na ieder wijzing van de bandenspanning de nieuwe
▶
waarden in de bandencontrole opslaan.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Bij zeer snel bandenspanningsverlies moet worden
▶
geprobeerd om de wagen voorzichtig en zonder
heftige stuurbewegingen en zonder sterk remmen
tot stilstand te brengen.
Sticker met voorgeschreven
bandenspanningswaarden
De sticker met de voorgeschreven bandenspan-
ningswaarden bevindt zich aan de binnenzijde van de
tankklep.
Banddiameter in inch
D
Deze informatie dient slechts als informatie voor
de voorgeschreven bandenspanning. Het is geen
opsomming van de goedgekeurde bandenmaten
voor uw wagen. Deze zijn opgenomen in de
technische wagendocumenten en in de confor-
miteitsverklaring (het zgn. COC-document).
Bandenspanningswaarde voor de banden van de
E
vooras
Bandenspanningswaarde voor de banden van de
F
achteras
Voorgeschreven bandenspanningswaarde voor
G
het noodreservewiel
Bandencontrole
Werking
De bandenspanningscontrole geeft een verandering
in de bandenspanning aan.
Waarschuwing bij een spanningsverandering
brandt
›
De wagen stilzetten.
›
De banden en de bandenspanningen controleren.
Bandenspanning
169
Bandenspanning
A
voor halve belading
Bandenspanning
B
voor het milieu ont-
lastend gebruik (iets
lager brandstofver-
bruik en iets lagere
uitstoot van schade-
lijke stoffen)
Bandenspanning
C
voor volle belading