22 Veilig en op de juiste wijze › Noodoproep
Bij bijzonder hoge of bijzonder lage temperaturen
▶
bestaat er levensgevaar!
Bij het vergrendelen van de wagen schakelt de SA-
▶
FE-functie in. Hierdoor kunnen de portieren en rui-
ten niet meer van binnenuit worden geopend. De
SAFE-functie uitschakelen wanneer personen in de
vergrendelde wagen achterblijven
Noodoproep
WAARSCHUWING
Voor de verbindingsopbouw met het noodoproep-
nummer is de beschikbaarheid van een mobiel tele-
foonnetwerk onontbeerlijk.
WAARSCHUWING
De noodoproepdienst is alleen beschikbaar in som-
mige landen.
WAARSCHUWING
Bevindt de wagen zich in een gebied zonder werken-
de noodoproepsysteeminfrastructuur dan worden
geen wagengegevens doorgegeven aan de noodop-
roepcentrale.
De noodoproepcentrale ontvangt na het starten van
het gesprek tegelijkertijd informatie over het onge-
val, bv. over de locatie en zwaarte van het ongeval,
het aantal gordeldragende inzittenden en het chas-
sisnummer (VIN).
Na de verbindingsopbouw vindt de communicatie
met de noodoproepcentrale plaats via de in wagen
gemonteerde luidsprekers en de microfoon.
Persoonlijke gegevens
Persoonlijke klantgegevens worden door ŠKODA
AUTO overeenkomstig de algemeen geldende bepa-
lingen inzake bescherming persoonsgegevens verza-
meld, verwerkt en gebruikt.
De actuele verklaring over de bescherming van per-
soonsgegevens is te vinden op de volgende website.
https://www.skoda-auto.com/other/personal-
data
Zwaar ongeval - automatische oproep
Bij een ongeval waarbij airbags of gordelspanners zijn
geactiveerd, wordt automatisch een gesprek met de
noodoproepcentrale gestart.
Het automatische gesprek met de noodoproepcen-
trale wordt ook gestart na een ingreep van de assis-
tent voor noodsituaties Emergency Assist.
Licht ongeval - optionele oproep
Op het infotainmentbeeldscherm verschijnt de optie
voor het opbouwen van een verbinding met de nood-
oproepcentrale of de reparatiedienst.
Handmatige oproep
» Pagina
24.
de toets
van het tot stand brengen van de verbinding op het
infotainmentbeeldscherm bevestigen.
De handmatige oproep kan bv. ook worden gebruikt
om een ongeval te melden waarbij u niet direct be-
trokken bent.
Controlelampje
centrale gevoerd.
Rood - brandt - er is een systeemstoring, onmid-
▶
dellijk de hulp van een specialist inroepen.
Brandt niet - het systeem werkt niet vanwege een
▶
langdurig niet beschikbaar mobiel telefoonnet-
werk. Als deze omstandigheid zich blijft voordoen,
de hulp van een specialist inroepen.
WAARSCHUWING
Indien er sprake is van een systeemstoring, is geen
noodoproep mogelijk.
Na een ongeval
Wat te doen na een ongeval
Indien mogelijk de volgende aanwijzingen opvolgen.
›
Het contact uitschakelen.
›
De alarmlichten inschakelen.
›
Bij wagens op aardgas vonkenveroorzakende of
brandgevaarlijke voorwerpen uit de wagen verwij-
deren (bv. sigaretten doven enz.).
›
De toets
houden.
›
Op het infotainment-
beeldscherm de ver-
bindingsopbouw met
de noodoproepcentra-
le bevestigen.
›
Om het tot stand ko-
men van de verbinding
met de noodoproep-
centrale te annuleren,
opnieuw indrukken of het annuleren
De systeemtoestand
wordt na het inschakelen
van het contact door het
branden van het contro-
lelampje
aangegeven.
A
Groen - brandt - het
▶
systeem functioneert.
Groen - knippert - er
▶
wordt een gesprek
met de noodoproep-
ingedrukt