INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Buitentemperatuur
Het buitentemperatuurmeterdisplay is zichtbaar
op het instrumentenpaneel.
Display voor buitentemperatuurmeter, digitaal
instrumentenpaneel
Display voor buitentemperatuurmeter, ana-
loog instrumentenpaneel
Wanneer de temperatuur tussen –5 °C en +2 °C
ligt, brandt er een sneeuwvloksymbool op het dis-
play. Het lampje wijst op het gevaar voor glad-
heid. Als de auto stilstaat of geparkeerd gestaan
heeft, is het mogelijk dat de buitentemperatuur-
meter een te hoge waarde aangeeft.
Gerelateerde informatie
Instrumentenpaneel (p. 66)
•
Hoe het display eruitziet kan verschillen afhankelijk van de instrumentenpaneelvariant.
13
76
Dagtellers
Het dagtellerdisplay is zichtbaar op het instru-
mentenpaneel.
Dagteller, digitaal instrument.
13
Display voor dagtellers
De beide dagtellers
T1
en
T2
worden gebruikt
voor het meten van kortere ritten. De afgelegde
afstand staat op het display.
Draai aan het duimwiel van de linker stuurhendel
om de gewenste meter te tonen.
Bij lang indrukken (totdat er een wijziging plaats-
vindt) van de knop RESET op de linker stuurhen-
del wordt de getoonde dagteller gereset. Voor
meer informatie, zie Boordcomputer (p. 117).
Gerelateerde informatie
Instrumentenpaneel (p. 66)
•
Klok
Het klokdisplay is zichtbaar op het instrumenten-
paneel.
Klok, digitaal instrument.
Display voor de tijdaanduiding
Klok instellen
U kunt de klok aanpassen in het menusysteem
MY CAR, zie MY CAR (p. 116).
Gerelateerde informatie
Instrumentenpaneel (p. 66)
•
14