BLIS - bediening
BLIS (Blind Spot Information System) is een
functie om u ondersteuning te bieden bij ritten in
druk verkeer op wegen met meerdere rijbanen in
dezelfde richting.
BLIS activeren/deactiveren
BLIS wordt geactiveerd bij het starten van de
motor wat bevestigd wordt door de controlelamp-
jes op de portierpanelen die één keer oplichten.
Knop voor activering/deactivering.
BLIS is te activeren/deactiveren met een druk op
de BLIS-knop op de middenconsole.
Bij bepaalde combinaties van opties is er geen
plek vrij voor een knop op de middenconsole - in
dat geval is de functie te bedienen via het menu-
27
systeem MY CAR
:
Zie voor informatie over het menusysteem MY CAR (p. 116).
27
Selecteer Aan of Uit met
Instellingen
•
Auto-instellingen
BLIS.
Bij deactivering/activering van BLIS dooft/brandt
het lampje in de knop en het instrumentenpaneel
bevestigt de wijziging met een displaymelding -
bij activering lichten de controlelampjes op de
portierpanelen eenmaal op.
Om de melding uit te schakelen:
Druk op de OK-knop van de linker stuurhen-
•
del.
of
Wacht zo'n 5 seconden - de melding ver-
•
dwijnt.
Wanneer BLIS werkt
Principe voor BLIS: 1. Zone in dode hoek. 2. Zone voor
snel naderende achterliggers.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Het BLIS werkt bij snelheden hoger dan
10 km/h (6 mph).
Het systeem reageert in de volgende gevallen:
de eigen auto wordt ingehaald door andere
•
voertuigen
de eigen auto snel wordt ingehaald door
•
andere voertuigen.
Wanneer BLIS een voertuig binnen zone 1 of een
snel naderende achterligger in zone 2 ontdekt,
brandt het BLIS-lampje op het portierpaneel
constant. Als u in deze stand de richtingaanwij-
zers activeert aan de kant waarvoor de waarschu-
wing wordt gegeven, schakelt het BLIS-lampje
over van constant branden op knipperen met een
feller licht.
WAARSCHUWING
BLIS werkt niet in scherpe bochten.
BLIS werkt niet als de auto achteruitrijdt.
Beperkingen
Vuil, ijs en sneeuw op de sensoren kunnen
•
voor functiebeperkingen zorgen en waar-
schuwingen onmogelijk maken. BLIS kan
}}
241