Vloerverlichting en
achtergrondverlichting*
Voor een betere interieurverlichting tijdens het rij-
den is het mogelijk een gedempte vorm van
vloerverlichting te activeren.
De intensiteit van de vloerverlichting is te wijzigen
in het menusysteem MY CAR, zie MY CAR
(p. 116).
Verlichting in opbergvakken
voorportieren*
De verlichting in de opbergvakken gaat branden
wanneer de motor start.
Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje wordt in-
en uitgeschakeld bij het openen en sluiten van
de klep van het kastje.
Verlichting make-upspiegel
De verlichting van de make-upspiegel (p. 149),
wordt bij het openen en sluiten van het spiegel-
klepje in- en uitgeschakeld.
Verlichting in bagageruimte
De bagageruimteverlichting wordt bij het openen
en sluiten van de achterklep automatisch in- en
uitgeschakeld.
Automatische bediening voor
interieurverlichting
De automatische bediening is geactiveerd wan-
neer het lampje in de knop AUTO brandt.
De interieurverlichting wordt dan volgens het
onderstaande in- en uitgeschakeld.
De interieurverlichting wordt ingeschakeld en
blijft 30 seconden lang branden in de volgende
gevallen:
u ontgrendelt de auto met de transponder-
•
sleutel of het sleutelblad, zie Transponder-
sleutel - functies (p. 162) of Afneembaar
sleutelblad - portier ontgrendelen (p. 166)
de motor is afgezet en het elektrische sys-
•
teem van de auto in 0 staat.
De interieurverlichting dooft in de volgende
gevallen:
de motor start
•
de auto wordt vergrendeld.
•
De interieurverlichting wordt in- en uitgeschakeld
bij het openen en sluiten van een portier.
De verlichting gaat aan en blijft twee minuten
lang branden, wanneer een van de portieren
openstaat.
Als u bepaalde verlichting handmatig inschakelt,
zal deze na twee minuten automatisch worden
uitgeschakeld.
Sfeerverlichting*
Wanneer de reguliere interieurverlichting is uitge-
gaan en de motor draait, brandt er een ledje op
de voorste of achterste plafondconsole voor een
zwakke sfeerverlichting tijdens de rit. Bovendien
kunt u door de verlichting in het donker eventuele
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
voorwerpen in de opbergvakken enzovoort beter
zien. Deze verlichting gaat bij het afzetten van de
motor uit. De intensiteit en kleur van de verlich-
ting is te wijzigen in het menusysteem MY CAR,
zie MY CAR (p. 116).
103
* Optie/accessoire.