Brandstof tanken
De brandstoftank is voorzien van een doploos
tanksysteem. Tanken gaat als volgt:
1. Open de tankvulklep.
2. Kies een brandstof die is goedgekeurd voor
gebruik in de auto op basis van de aandui-
7
ding
aan de binnenkant van de tankvulklep.
Zie de informatie over de goedgekeurde
brandstofsoorten in de artikelen over benzine
(p. 302) en diesel (p. 303).
De aanduiding conform de CEN-norm EN16942 zit aan de binnenkant van de tankvulklep en uiterlijk eind 2018 ook op de desbetreffende brandstofpompen en mondstukken op tankstations in heel Europa.
7
3. Steek het mondstuk van het vulpistool in de
brandstofvulopening. Let erop dat u het
mondstuk van het vulpistool correct in de
vulpijp steekt. De vulpijp bevat twee kleppen
die te openen zijn. Zorg dat u het vulpistool
door de beide kleppen hebt gestoken, voor-
dat u begint met tanken.
4. Giet de tank niet te vol door het vulpistool na
de eerste afslag meteen uit de vulopening te
halen.
N.B.
Een overvolle tank kan bij warm weer over-
stromen.
N.B.
Voorkom morsen door na het tanken ca.
5–8 seconden te wachten en daarna het vul-
pistool voorzichtig te verwijderen.
Gerelateerde informatie
Brandstof bijvullen – met jerrycan (p. 305)
•
Tankvulklep - openen/sluiten (p. 300)
•
STARTEN EN RIJDEN
Brandstof - gebruik
Gebruik geen brandstof met een slechtere kwali-
teit dan Volvo adviseert, omdat dit een nadelige
invloed kan hebben op het motorvermogen en
het brandstofverbruik.
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat u geen brandstofdam-
pen inademt of brandstofspatten in de ogen
krijgt.
Bij brandstof in de ogen eventuele contact-
lenzen uitnemen en de ogen ten minste 15
minuten lang spoelen met een ruime hoeveel-
heid schoon water en medische hulp inroe-
pen.
Brandstof nooit inslikken. Brandstoffen zoals
benzine en dieselolie zijn uitermate giftig en
kunnen bij inwendig gebruik aanleiding geven
tot blijvend letsel met mogelijk dodelijke
afloop. Roep onmiddellijk medische hulp in bij
het inslikken van brandstof.
}}
301