N.B.
Let erop dat het alarm afgaat, wanneer het
portier na ontgrendeling met het sleutelblad
wordt geopend – het alarm wordt uitgescha-
keld, wanneer de transpondersleutel in het
contactslot wordt geplaatst.
WAARSCHUWING
Let op het risico van opsluiting in de auto, als
u de auto van de buitenzijde vergrendelt – de
portieren zijn dan namelijk niet meer van de
binnenzijde te openen met de portierhandgre-
pen. Voor meer informatie, zie Safelock-func-
tie* (p. 178).
Automatische hervergrendeling
Als u geen van de portieren noch de achterklep
binnen twee minuten na ontgrendeling van de
buitenzijde met de transpondersleutel opent, wor-
den alle sloten automatisch weer vergrendeld.
Deze functie beperkt de kans dat u de auto per
ongeluk onvergrendeld kunt laten staan. Voor
auto's met alarmsysteem, zie Alarm* (p. 181).
Gerelateerde informatie
Vergrendelen/ontgrendelen - van de binnen-
•
zijde (p. 174)
Transpondersleutel - functies (p. 162)
•
Portier handmatig vergrendelen
In bepaalde gevallen moet de auto handmatig
kunnen worden vergrendeld, zoals bij stroomuit-
val.
Het linker voorportier is te vergrendelen met de
bijbehorende slotcilinder en het afneembare
sleutelblad (p. 171) van de transpondersleutel.
De overige portieren hebben geen slotcilinders,
maar zijn voorzien van een vergrendeling op de
zijkant van het portier die moet worden ingedrukt
met het sleutelblad, waarna het portier mecha-
nisch is vergrendeld en niet meer vanaf de bui-
tenzijde te openen is. De portieren zijn echter
nog steeds vanaf de binnenzijde te openen.
Portier handmatig vergrendelen. Niet te verwarren met
het kinderslot (p. 179).
SLOTEN EN ALARM
Haal het afneembare sleutelblad (p. 166) uit
–
de transpondersleutel. Steek het sleutelblad
in de vergrendelopening en druk de sleutel
er helemaal in, ca. 12 mm.
Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als
vanaf de binnenzijde te openen.
Het portier is niet vanaf de buitenzijde te
openen. Om terug te keren naar stand A
moet het portier met de binnenhandgreep
worden geopend.
De portieren zijn ook te ontgrendelen met de
ontgrendelingstoets op de transpondersleutel
(p. 158) of de knop voor centrale vergrendeling
op het bestuurdersportier.
N.B.
De vergrendeling van een portier dient
•
alleen om het desbetreffende portier te
vergrendelen – dus niet alle portieren.
Een handmatig vergrendeld achterportier
•
waarvan ook het mechanische kinderslot
(p. 179) geactiveerd is, kan niet van de
binnenzijde noch van de buitenzijde wor-
den geopend. Een achterportier dat op
die manier is vergrendeld, kan alleen wor-
den ontgrendeld met een transponder-
sleutel of de knop van de centrale ver-
grendeling.
}}
173
* Optie/accessoire.