INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
||
Bereik - actieradius op tank
De boordcomputer geeft de afstand aan die bij
benadering af te leggen is met de resterende
hoeveelheid brandstof in de tank.
Afst. tot leeg
Wanneer de melding
schijnt, zijn geen garanties meer te geven voor de
resterende actieradius.
Tank dan zo spoedig mogelijk.
•
De actieradius wordt berekend aan de hand van
het gemiddelde brandstofverbruik over de laatste
30 km en de resterende hoeveelheid brandstof.
N.B.
Er is een bepaalde afwijking mogelijk, als u
van rijstijl verandert.
Een zuinige rijstijl betekent doorgaans een lan-
gere actieradius. Voor meer informatie over de
wijze waarop u het brandstofverbruik kunt beper-
ken, zie Milieubeleid (p. 23).
Digitale snelheidsheidsaanduiding in
een alternatieve eenheid
Als het hoofdinstrument is ingesteld op weergave
in mph, wordt de digitale snelheid aangegeven in
km/h
Alleen digitale instrumentenpanelen en op bepaalde markten.
33
118
Eenheid wijzigen
In het menusysteem MY CAR kunt u de eenheid
van lengte en brandstofvolume aanpassen, zie
MY CAR (p. 116)
----
"
" ver-
N.B.
Een wijziging van deze eenheden is niet
alleen van toepassing op de boordcomputer
maar ook op Volvo's RTI-navigatiesysteem*.
Gerelateerde informatie
Boordcomputer - analoog instrumentenpa-
•
neel (p. 118)
Boordcomputer - digitaal instrumentenpa-
•
neel (p. 120)
•
Boordcomputer - rijstatistieken* (p. 122)
33
Boordcomputer - analoog
instrumentenpaneel
Boordcomputerinformatie is weer te geven op
het instrumentenpaneel en te hanteren via de
bedieningselementen op de linker stuurhendel
en via het instrumentenpaneelmenu.
Na de automatische activering van het instru-
mentenpaneel bij ontgrendeling zijn bediening en
instelling meteen mogelijk. Als u na het openen
van het bestuurdersportier niet binnen
zo'n 30 seconden op een van de knoppen drukt,
dooft het instrument, waarna om opnieuw de
boordcomputer te kunnen bedienen eerst sleu-
telstand II of motorstart vereist is.
N.B.
Als er een waarschuwingsmelding verschijnt
tijdens het gebruik van de boordcomputer,
dient u deze melding eerst te bevestigen
voordat u de boordcomputer weer kunt acti-
veren.
Bevestig deze melding door de knop OK
•
op de richtingaanwijzerhendel kort in te
drukken.
* Optie/accessoire.