INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Kompas*
In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk-
spiegel zit een display waarop wordt aangege-
ven in welke richting de voorkant van de auto
wijst.
Bediening
Achteruitkijkspiegel met kompas.
Er worden acht verschillende richtingen met
Engelse afkortingen weergegeven:
E
SE
(noordoost),
(oost),
(zuidoost),
(zuidwest),
W
(west) en
NW
Het kompas wordt automatisch geactiveerd wan-
neer u de motor start of wanneer sleutelstand II
actief is, zie Contactslotstanden - functies in ver-
schillende standen (p. 82). Om het kompas hand-
matig uit of in te schakelen kunt u een paperclip
of iets dergelijks nemen en het knopje aan de
achterzijde van de achteruitkijkspiegel indrukken.
112
Het kompas wordt gedeactiveerd als de elektri-
sche voorruitverwarming wordt geactiveerd. Als
de elektrische voorruitverwarming wordt gedeac-
tiveerd, schakelt het kompas weer in.
Kalibreren
De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld.
Het kompas is ingesteld op het geografische
gebied waarin de auto werd afgeleverd. Het kom-
pas dient te worden gekalibreerd, als u met de
auto meerdere magnetische zones doorkruist. Ga
als volgt te werk:
1. Breng de auto tot stilstand op een groot en
open terrein waar geen stalen constructies
of hoogspanningsdraden zijn.
2. Start de motor.
N.B.
Voor de beste kalibratie moet u alle elektri-
sche uitrusting (klimaatinstallatie, ruitenwis-
sers enz.) uitschakelen en erop letten dat alle
N
(noord),
NE
portieren gesloten zijn.
S
SW
(zuid),
(noordwest).
3. Houd het knopje aan de achterzijde van de
achteruitkijkspiegel ca. 3 seconden lang
ingedrukt. Het cijfer van de huidige magneti-
sche zone verschijnt.
Magnetische zones.
4. Druk meerdere malen op het knopje totdat
het nummer van de gewenste magnetische
1–15
zone (
) verschijnt (zie de kaart met de
magnetische zones van het kompas).
5. Wacht totdat het teken
C
weer op het dis-
play verschijnt of houd het knopje aan de
onderzijde van de achteruitkijkspiegel
ca. 6 seconden lang ingedrukt (met een
rechtgebogen paperclip bijvoorbeeld), totdat
het teken
C
verschijnt.
6. Rijd langzaam een rondje in de auto met een
snelheid van hoogstens 10 km/h (6 mph),
totdat een kompasrichting op het display ver-
schijnt. Dit geeft aan dat de kalibratie afge-
rond is. Rijd daarna nog 2 rondjes om de
kalibratie fijn af te stellen.
7. Herhaal de bovenstaande procedure zo
nodig.
* Optie/accessoire.