SLOTEN EN ALARM
||
Een transpondersleutel met PCC* heeft
twee batterijen
1. Werk de batterijen voorzichtig los.
2. Plaats eerst een nieuwe met de pluszijde (+)
omhoog.
3. Leg het witte plasticvel op de geplaatste
nieuwe batterij en breng daarna nog een
nieuwe batterij aan met de pluszijde (+)
omlaag.
Batterijtype
Gebruik batterijen met de code CR2430, 3 V.
In elkaar zetten
1. Druk de afdekking weer op de transponder-
sleutel vast.
2. Houd de transpondersleutel met de gleuf
omhoog en laat het sleutelblad in de gleuf
zakken.
3. Duw voorzichtig tegen het sleutelblad. U
hoort een klikgeluid wanneer het sleutelblad
goed vastzit.
BELANGRIJK
Let erop dat lege batterijen op een milieu-
vriendelijke manier worden verwerkt.
Gerelateerde informatie
Transpondersleutel (p. 158)
•
Transpondersleutel - functies (p. 162)
•
168
Keyless Drive*
Auto's uitgerust met Keyless Drive zijn voorzien
van een passief start- en vergrendelingssysteem.
Met Keyless start en ontgrendeling/vergrende-
ling is de auto te starten, vergrendelen en ont-
grendelen zonder dat de transpondersleutel
(p. 158) daarvoor in het contactslot
ten. U hoeft de transpondersleutel alleen bij u te
dragen in bijvoorbeeld een binnenzak. Het sys-
teem maakt het bijvoorbeeld eenvoudiger om de
auto te openen, wanneer u bijvoorbeeld uw han-
den vol hebt.
Beide transpondersleutels die bij de auto worden
geleverd ondersteunen het Keyless-systeem. U
kunt meer transpondersleutels bijbestellen.
Het elektrische systeem van de auto kan in drie
verschillende standen worden gezet - sleutel-
stand 0, I en II (p. 82) - met de transpondersleu-
tel.
Gerelateerde informatie
Keyless Drive* -bereik transpondersleutel
•
(p. 168)
Keyless Drive* - veilig gebruik van de trans-
•
pondersleutel (p. 169)
Keyless Drive* - storingen in de functie van
•
de transpondersleutel (p. 169)
Keyless Drive* -bereik
transpondersleutel
Om een portier of de achterklep automatisch te
ontgrendelen zonder knoppen op de transpon-
dersleutel in te drukken, moet de transponder-
sleutel zich binnen een straal van 1,5 meter rond
de portierhandgrepen of de achterklep bevin-
6
hoeft te zit-
den.
U moet de transpondersleutel bij u dragen om
een portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Wanneer u aan de ene kant van de auto staat, is
het niet mogelijk om met de transpondersleutel
een portier aan de andere kant te ver- of ont-
grendelen.
De rode cirkels op de bovenstaande afbeelding
geven het bereik van de systeemantennes aan.
Als u alle transpondersleutels uit de auto neemt
terwijl de motor draait, sleutelstand I of II (p. 82)
7
* Optie/accessoire.