SLOTEN EN ALARM
Alarmindicatie*
De alarmindicatie geeft de status aan van het
alarmsysteem (p. 181).
Dezelfde diode als de vergrendelingsindicatie (p. 160).
Een rode led op het dashboard geeft de status
van het alarmsysteem aan:
De led is uit – het alarm is uitgeschakeld
•
De led licht om de twee seconden eenmaal
•
op – het alarm is ingeschakeld
De led knippert snel vanaf het moment van
•
uitschakelen van het alarm (tot aan het
moment dat u de transpondersleutel in het
contactslot steekt en sleutelstand I wordt
bereikt) – het alarm is afgegaan.
182
Alarm* - automatische
herinschakeling
De automatische herinschakeling van het alarm
voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm
(p. 181) uit te schakelen.
Als u geen van de portieren noch de achterklep
binnen twee minuten na uitschakeling van het
alarm opent wanneer de auto met de transpon-
dersleutel (p. 158) ontgrendeld (en het alarm
gedeactiveerd) werd, wordt het alarm automa-
tisch opnieuw ingeschakeld. De auto wordt
bovendien opnieuw vergrendeld.
Gerelateerde informatie
Alarm* - automatische activering (p. 182)
•
Alarm* - automatische activering
In bepaalde landen wordt het alarm (p. 181) na
enige vertraging automatisch geactiveerd, wan-
neer het bestuurdersportier werd geopend en
gesloten maar daarna niet werd vergrendeld.
Gerelateerde informatie
Alarmsignalen* (p. 183)
•
* Optie/accessoire.