U kunt deze functie met dezelfde toets weer uit-
schakelen, als de functie minimaal vijf seconden
actief geweest is. Anders wordt deze functie na
ca. drie minuten automatisch uitgeschakeld.
Gerelateerde informatie
Transpondersleutel (p. 158)
•
Transpondersleutel - bereik
De functies van de transpondersleutel (in basis-
uitvoering) zijn tot op ca. 20 meter afstand van
de auto te gebruiken.
Als de auto niet reageert bij bediening van een
toets – probeer het dan op minder grote afstand
opnieuw.
N.B.
Er kunnen storingen optreden in de transpon-
dersleutelfuncties door radiogolven in de
lucht, omringende gebouwen, topografische
omstandigheden e.d. Het is altijd mogelijk de
auto te vergrendelen/ontgrendelen met het
sleutelblad (p. 166).
Als u de transpondersleutel uit de auto neemt
terwijl de motor draait, sleutelstand I of II (p. 81)
actief is of alle portieren worden gesloten, ver-
schijnt er een waarschuwingsmelding op het
bestuurdersdisplay en klinkt er een kort geluids-
signaal.
De melding verdwijnt wanneer u, nadat de trans-
pondersleutel weer in de auto terug is gebracht,
op de knop OK drukt of wanneer alle portieren
dichtstaan.
Gerelateerde informatie
Transpondersleutel (p. 158)
•
Transpondersleutel - functies (p. 162)
•
SLOTEN EN ALARM
Transpondersleutel met PCC* -
unieke functies
Een transpondersleutel met PCC* heeft extra
functies ten opzichte van een transpondersleutel
in basisuitvoering (p. 158) in de vorm van een
informatieknop en controlelampjes.
Transpondersleutel met PCC.
Informatietoets
Controlelampjes
Na een druk op de informatietoets kunt u
bepaalde informatie over de auto uitlezen aan de
hand van de controlelampjes.
}}
163
* Optie/accessoire.