Stoomoven bedienen
Gedestilleerd water, water met kool-
zuur en andere vloeistoffen kunnen
de stoomoven beschadigen.
Gebruik uitsluitend vers, koud
drinkwater (kouder dan 20 °C).
Vul het waterreservoir en schuif het in
de stoomoven.
Gebruik voor de opvangschaal ni-
veau 1 als u in ovenpannen met gaat-
jes kookt.
Plaats het gerecht in de oven.
Schakel het toestel in.
°C verschijnt. knippert.
Als u op 100 °C wilt koken, bevestigt
u deze waarde met OK.
Als u op een lagere temperatuur wilt
koken, kunt u de temperatuur verla-
gen door op de sensortoets te
drukken. Bevestig uw keuze met OK.
De temperatuur wordt binnen enkele
seconden automatisch overgenomen.
Raak OK 2 keer aan om terug te gaan
naar de temperatuurinstelling.
h verschijnt.
Het symbool voor de uren knippert.
Als u een bereidingstijd
– als u minder dan 1 uur wilt instellen,
bevestigt u deze waarde met OK,
– Voor meer dan 1 uur stelt u de ge-
wenste uren in door de sensortoets
( en hoger) of ( en lager) aan
te raken. Bevestig uw keuze met OK.
Stel met de sensortoets ( en ho-
ger) of ( en lager) het gewenste
aantal minuten in.
Bevestig met OK.
De ingestelde en de werkelijke tempera-
tuur verschijnen en de opwarmfase be-
gint.
U kunt het stijgen van de temperatuur
op de display volgen. Als de ingestelde
temperatuur voor het eerst wordt be-
reikt, klinkt er een signaal.
De bereidingstijd begint af te lopen.
Als u met een temperatuur vanaf circa
80 °C heeft gewerkt, wordt de oven-
deur vlak voor het einde van de berei-
ding automatisch iets geopend, zodat
de stoom kan ontsnappen.
Na afloop van de bereidingstijd klinkt er
een signaal.
Haal het gerecht uit de oven.
Schakel de stoomoven uit.
U kunt een nieuwe bereiding pas
starten als de automatische deuro-
pener weer de uitgangspositie heeft
bereikt. Druk de deuropener niet
handmatig naar binnen, anders kan
het systeem beschadigd raken.
Bediening
25