Het geluid in real time veranderen
Pad Trigger
U kunt de D Beam controller gebruiken om de Pads te regelen als
een alternatief voor het slaan op de Pads zelf.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op D BEAM [PAD
TRIGGER].
Een venster, zoals de volgende verschijnt.
2.
Druk op
om de parameter te selecteren.
3.
Gebruik de VALUE draaischijf of [INC] [DEC] om de
instelling te maken.
Parameter
Waarde
Pad Number
1–9
Pad Velocity
1–127
Pad Control Mode
MOMENTARY,
LATCH
Toewijsbaar
U kunt verschillende functies toewijzen aan de D Beam controller en
een grote hoeveelheid effecten op het geluid in real time toepassen.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op D BEAM
[ASSIGNABLE].
Een venster, zoals hieronder verschijnt.
fig.DBeamAsgn
2.
Druk op
om de parameter te selecteren.
3.
Gebruik de VALUE draaischijf of [INC] [DEC] om de
instelling te maken.
Parameter
Waarde
Type
CC01–31, 33–
95,
BEND UP,
BEND
DOWN,
START/STOP,
TAP TEMPO,
ARP GRID,
ARP DURA-
TION,
ARP MOTIF,
ARP OCTAVE
UP,
ARP OCTAVE
DOWN
82
Uitleg
Pad nummer beïnvloed door de D Beam
Kracht van het Pad geluid gespeeld door de D Beam controller
Specificeert hoe de D Beam zich zal gedragen, wanneer het geblokkeerd wordt.
MOMENTARY: De parameter zal alleen aan staan, wanneer de D Beam geblokkeerd wordt, en
zal uitgaan, wanneer u stopt deze te blokkeren.
LATCH: De parameter zal elke keer, wanneer u de D Beam blokkeert afwisselend aan/ uitgaan.
Uitleg
Functie geregeld door de D Beam controller.
CC01-31, 33-95: Controller nummers 1-31, 33-95
BEND UP: Regelt de toonhoogte, zoals gespecificeerd door de "Pitch Bend Range Up" instelling (p.41).
BEND DOWN: Regelt de toonhoogte, zoals gespecificeerd door de "Pitch Bend Range " instelling (p.41).
START/STOP: Start/stopt de sequencer.
TAP TEMPO: Tap tempo (een tempo gespecificeerd door de tussentijd waarin u uw hand over de D
Beam controller beweegt).
ARP GRID: Arpeggio spoor
ARP DURATION: Past de duur van iedere gearpeggieerde noot aan.
ARP MOTIF: Arpeggio Motif
ARP OCTAVE UP: Het gebied waarin de arpeggio te horen zal zijn, zal in stappen van één octaaf
omhoog gaan (maximaal 3 octaven).
ARP OCTAVE DOWN: Het gebied waarin de arpeggio te horen zal zijn, zal in stappen van één octaaf
omlaag gaan (maximaal 3 octaven).
4.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het voorgaande
venster.
PAD trigger instellingen worden afzonderlijk opgeslagen voor
elke Performance als Part van de Performance instellingen. Dit
geeft u de mogelijkheid Performances te creëren die effectief
gebruik maken van controller instellingen.
Als Patch modus geselecteerd is, wordt dit opgeslagen als Part
van de systeeminstellingen. Als u de instellingen op wilt slaan,
dient u op [F6 (WRITE)] te drukken.
4.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het voorgaande
venster.
De instellingen voor ASSIGNABLE (toewijsbaar) worden
afzonderlijk opgeslagen voor elke Performance als Part van de
Performance instellingen. Dit geeft u de mogelijkheid
Performances te creëren die effectief gebruik maken van
controller instellingen.
Als Patch modus geselecteerd is, wordt dit opgeslagen als Part
van de systeeminstellingen. Als u de instellingen op wilt slaan,
dient u op [F6 (WRITE)] te drukken.