Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roland Fantom Xa Gebruikershandleiding pagina 155

Inhoudsopgave

Advertenties

Parameter
Waarde
[F1 (COMMON)]
Trigger Quantize
REAL, BEAT,
MEASURE
Velocity Sens
OFF, LOW, MID,
HIGH
[F2 (KEY)] [F3 (PAD)]
KBD Note
16 (E0)–127 (G9)
PAD Number
PAD 1–PAD 9
Pattern
STOP, OFF,
PTN001–PTN100
Playback Mode
LOOP1, LOOP2,
ONCE
Mute Group
OFF, 1–31
* Pattern parameter, Playback Mode parameter en Mute Group parameter worden ingesteld vor iedere toets. Ook al heeft de Fantom-Xa een keyboard met 61
toetsen, kunt ook instellingen voor alle toetsen maken in het gebied van A-1 tot G9. Instellingen voor de Trigger Quantize parameter en de Velocity Sens
parameter zijn voor de hele song.
Met één vingeraanraking een frase spelen (RPS functie)
uitleg
Specificeert, hoe het afspelen van een patroon zal beginnen, wanneer een toets wordt ingedrukt tijdens
het afspelen van een song of tijdens het opnemen.
REAL: Het patroon zal beginnen op het moment dat u op een toets drukt.
BEAT: Als de song gespeeld of opgenomen wordt, zal het patroon beginnen te spelen aan het begin
van de volgende beat als u in het midden van de beat op de toets drukt.
MEASURE: Als de song gespeeld of opgenomen wordt, zal het patroon beginnen te spelen aan het
begin van de volgende maat als u in het midden van de maat op de toets drukt.
Zet dit op "OFF" als u wilt dat het patroon afspeelt op het volume, waarin het werd opgenomen.
Als u in het afspeelvolume van het patroon wilt variëren afhankelijk van de kracht, waarmee u op
de toets heeft gedrukt, dient u "LOW," "MID" of "HIGH" te selecteren.
Toets waar het patroon aan toegekend zal worden.
U kunt dit ook specificeren door direct op een toets op het keyboard te drukken.
Pad nummer waar het patroon aan toegekend dient te worden.
U kunt ook een Pad specificeren door er direct op te drukken.
STOP: De Stop Trigger toets/Pad, die de patronen die op dat moment spelen, zal stoppen.
OFF: Selecteer dit voor toetsen waar u geen patroon aan toe wilt wijzen.
PTN0001-PTN100: Patroonnummer dat toegewezen zal worden aan de toets/Pad
De naam van het geselecteerde patroon zal rechts van het patroonnummer weergegeven worden.
Specificeer hoe het patroon gespeeld zal worden.
LOOP1: Zo lang de toets ingedrukt blijft, zal het patroon herhaaldelijk afgespeeld worden.
LOOP2: Het patroon zal herhaaldelijk afspelen.Om het afspelen te stoppen, dient u op een STOP
Trigger toets te drukken of nogmaals op dezelfde toets te drukken.
ONCE: Het patroon zal één keer afspelen.
Met deze functie kunt u voorkomen dat patronen uit dezelfde groep gelijktijdig klinken.
Een brug plaatsen, bijvoorbeeld, zou nooit gelijktijtijdig gespeeld kunnen worden. Om er zeker van
te zijn dat dit niet gebeurt, kunt u de brug op hetzelfde Mute nummer instellen. Er kunnen 31 mute
groepen gespecificeerd worden. Selecteer "OFF" als u geen mute groep voor een patroon wilt ge-
bruiken.
155

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave