Een performance creëren
Met de -Xa heeft u totale controle over een grote variatie aan instel-
lingen. Elk item dat ingesteld kan worden noemen we een parame-
ter. Wanneer u de waarden van de parameters verandert, bent u aan
het bewerken. In it hoofdstuk wordt de werkwijze die gebruikt
wordt bij het creëren van Performances en de functies van de Perfor-
mance parameters, aan u uitgelegd.
De parameters van elke
part aanpassen
In Performance modus kunt u de Part instellingen in een lijst bekij-
ken. Dit wordt het "PART VIEW" venster genoemd. In dit venster
kunt u een lijst bekijken waarin u direct de instellingen voor vijf Parts
kunt zien, zoals de Patch toegewezen aan iedere Part, en de volume
en pan instellingen. U kunt deze instellingen hier bewerken en gede-
tailleerde instellingen maken die niet in het PERFORM LAYER ven-
ster of PERFORM MIXER venster gemaakt kunnen worden.
1.
Ga naar het PERFORMANCE LAYER venster.
2.
Druk op [F2 (PART VIEW)].
Het Part View venster zal verschijnen.
fig.PartView
3.
Druk op
om de part te selecteren.
4.
Druk op [PAGE], [F1]-[F6] en/of
selecteren.
De naam van de parameter bij de cursor locatie wordt
weergegeven in de bovenste regel van het PART VIEW venster.
fig.PartView2
5.
Gebruik de VALUE draaischijf of [INC] [DEC] om de waarde
te veranderen.
6.
Wanneer u klaar bent met bewerken, dient u op [EXIT] te
drukken om terug te keren naar het PERFORMANCE LAYER
venster.
Als u terugkeert naar het PERFORMANCE LAYER venster
zonder op te slaan, zal een "*" links van de Performance groep
weergegeven worden.
Als u de stroomtoevoer uitzet of een ander geluid selecteert,
terwijl de display een "*" weergeeft, zal uw bewerkte ritme set
verloren gaan.
niet (juist) RP
Performance instellingen initialiseren
"Initialize" betekent de instellingen van het op dat moment geselec-
teerde geluid terugzetten naar een standaard instelling van waarden.
72
1.
2.
3.
4.
5.
6.
om de parameter te
Wanneer u Patches in Performance modus gebruikt, zullen sommige
instellingen, zoals effect instellingen beïnvloed worden door Perfor-
mance instellingen. Als u een Patch wilt bewerken, terwijl u kunt
beluisteren deze klinkt, dient u de volgende procedure te volgen.
1.
2.
3.
* De Initialize handeling zal alleen invloed hebben op het op dat moment
geslecteerde geluid; de geluiden die opgeslagen zijn in het
gebruikersgeheugen zullen niet beïnvloed worden. Als u alle
instellingen van de Fantom-Xa terug wilt zetten naar de
fabriekswaarden, dient u een Factory Reset (p.203) uit te voeren.
Druk op [LAYER/SPLIT] om in het PERFORMANCE LAYER
venster te komen.
Selecteer de Performance die u wilt initialiseren (p.67).
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F6 (INIT)].
Het Performance Initialize venstertje verschijnt.
Druk op
om het initialisatie type te selecteren.
Default:
Herstelt de op dat moment geselecteerde
Performance in het tijdelijk geheugen naar de
standaard waarden. Gebruik deze instelling
als u een geluid vanuit het niets wilt creëren.
Sound Control: Initialiseert de waarden van de volgende
parameters. Cutoff, Resonance Offset, Attack
Time Offset, Release Time Offset, Decay Time
Offset, Vibrato Rate, Vibrato, Depth, Vibrato
Delay.
Druk op [F6 (SELECT)].
Een bericht zal u om bevestiging vragen.
Druk op [F6 (EXEC)].
De initialisatie zal uitgevoerd worden.
* Druk op [F5 (CANCEL)] om te annuleren.
De instellingen veranderen
van die Patch die is
toegewezen aan een Part
* Hier leggen we uit hoe u de instelling van een Patch toegewezen aan
een part, kunt veranderen. De procedure voor het veranderen van de
instellingen van ritme sets is hetzelfde. Vervang "ritme set" waar
"Patch" staat in de zin.
Wees er zeker van dat de Performance modus is
geslecteerd.
Druk op [PATCH EDIT].
De Patch toegewezen aan de Part wordt weergegeven in het
PATCH EDIT venster.
De rest van de procedure is hetzelfde als wanneer u
veranderingen in Patch modus maakt (p.35).
Een performance opslaan
die u gecreëerd heeft
(Write)