Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roland Fantom Xa Gebruikershandleiding pagina 128

Inhoudsopgave

Advertenties

Songs opnemen
Noten en pauzes invoeren
1.
Zorg ervoor, dat de voorbereidingen voor het opnemen uit-
gevoerd zijn, zoals is beschreven in "Voordat u een nieuwe
song creëert" (p.122).
Als u in een bestaande song op gaat nemen, dient u de gewenste
song in Temporary Song (p.131) te laden. Druk dan op [
of [
] om de maat te specificeren waarop u wilt beginnen
met opnemen. De maat waarop opnemen zal beginnen, wordt
aangegeven met "M=" boven in elk PLAY venster.
2.
Druk twee keer op [
op [
].
De [
] indicator knippert en de Step Rec Standby venstertje
verschijnt.
fig.StepRecStdby
Als u een patroon op wilt nemen, dient u op [PATTERN] te
drukken om het te laten branden.
3.
Maak instellingen voor step recording. Gebruik [CURSOR]
om de cursor naar de gewenste parameter te verplaatsen en
gebruik de VALUE draaischijf of [INC] [DEC] om het in te
stellen.
Parameter
Waarde
Rec Track
TRK 1–TRK 16,
PTN001–PTN100
(when recording
on a pattern)
Rec Mode
MIX, REPLACE
MIX: Mix-recording zal worden uitgevoerd.
Normaliter zult u deze methode gebruiken,
wanneer u opneemt. Als een Performance al op-
genomen is op de recording-destination track,
zal uw nieuw opgenomen Performance toege-
voegd worden aan de bestaande Performance
zonder het te wissen.
REPLACE: Replace-recording (vervangende
opname)zal worden uitgevoerd. Als een Perfor-
mance al opgenomen is, zal deze gewist worden
als u uw nieuwe Performance opneemt. Gebruik
dit, wanneer u opnieuw op wilt nemen.
Start Point
4.
Druk op [F6 (NOTE)] of [
De [
] indicator gaat branden en het STEP REC venster ver-
schijnt.
128
] of houd [SHIFT] ingedrukt en druk
Uitleg
Specificeer de phrase track of
het patroon, waarop u op wilt
nemen.
Selecteer hoe het opnemen
plaats moet vinden.
Specificeer de locatie (maat-
beat-klik) waarop het opne-
men zal beginnen.
].
fig.StepRec1
5.
Specificeer de noot, die u in wilt voeren. Gebruik
om de gewenste parameter te selecteren.
Parameter
Waarde
]
Note Type
Note
Gate Time
1–100%
Input Velo
REAL,
1–127
6.
Gebruik de VALUE draaischijf of druk op [INC] [DEC] om de
instelling te maken.
7.
Druk op [F5] of [F6] om de gewenste invoerlocatie te ver-
plaatsen en druk op een toets op het keyboard of een Pad.
Wanneer u op een toets of Pad drukt, zal de invoerlocatie voor-
uitgaan met de waarde van het Noot type dat u gespecificeerd
hebt. De snelheden worden weergegeven als een staaf diagram.
fig.StepRec2
U kunt de functieknoppen [F1][F2][F3][F4][F5] gebruiken om de
volgende handelingen uit te voeren:
[F1 (BAK DEL)]: Annuleer de eerder ingevoerde noot.
[F2 (TIE)]:
[F3 (UNTIE)]:
[F4 (REST)]:
8.
Herhaal bovenstaande stappen om verder te gaan met
invoeren.
Uitleg
Specificeer de lengte van de noten,
die u in wilt voeren in termen van een
noot waarde.
De lengte van de noot waarde geeft
de lengte aan van de ene note-on
naar de andere note-on.
Specificeer de verhouding van de
gate time met betrekking tot het Note
Type.
De gate time is de tijdsduur tussen
note-on en note-off. Specificeer een
lagere waarde als u de noten stac-
cato wilt spelen of een hogere
waarde als u de noten tenuto of
'slepend' wilt spelen. Normaliter
zult u dit op ongeveer "80%" instel-
len.
Specificeer de kracht waarmee de
noot gespeeld zal worden.
Als u dit op de sterkte wilt waar-
mee u de toets heeft ingedrukt,
dient u "REAL" te selecteren. Ge-
bruik anders de instellingen van p
(piano)=60, mf (mezzo forte)=90 of
f (forte)=120 als algemene richtlij-
nen.
Verleng de duur van de eerder ingevoerde
noot met de instelling van dat moment.
Annuleer de eerder ingevoerde TIE.
Voert een pauze in. Stel de Note Type parame-
ter eerst in op een tijdsduur die dezelfde is als
de rest die u in wilt voeren, en druk dan op [F3
(REST)].
of

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave