Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Patroon Aan Een Phrase Track Toekennen - Roland Fantom Xa Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Songs opnemen
Een patroon aan een phrase track
toekennen
U kunt een song creëren door eerder opgenomen patronen te combi-
neren. Zorg er echter voor dat de patronen zelf niet in de phrase
track geplaatst zijn. Liever worden Pattern Call messages geplaatst
in de phrase track om te specificeren welk patroon afgespeeld zou
moeten worden. Dit betekent dat als u later de inhoud van een
patroon wilt veranderen, het afspelen van de song ook beïnvloed zal
worden.
Wanneer u een patroon toewijst aan een phrase track, zal zijn
patroon beat genegeerd worden en zal het patroon de maatsoort
van de beat track gebruiken. Als de patroon beat en de beat
track verschillende instellingen hebben, zal de lengte van de
maten niet overeenkomen en de playback zal mogelijk niet
synchroon lopen. Als dit voorkomt, dient u de maatsoort van de
beat track opnieuw te specificeren (p.123).
1.
Zorg ervoor, dat de voorbereidingen, voordat u gaat opne-
men uitgevoerd zijn, zoals beschreven in "Voordat u een
nieuwe song opneemt" (p.122).
2.
Druk twee keer op [
dan op [
].
De [
] indicator knippert en het Step Rec Standby venstertje
verschijnt.
fig.StepRecStdby
3.
Maak instellingen voor step recording. Gebruik [CURSOR]
om de cursor te verplaatsen naar de gewenste parameter en
gebruik de VALUE draaischijf of druk op [INC] [DEC] om het
in te stellen.
Parameter
Waarde
Rec Track
TRK 1–TRK 16
Rec Mode
MIX, REPLACE
MIX: Mix-recording zal worden uitgevoerd.
Normaliter zult u deze methode gebruiken,
wanneer u opneemt. Als een Performance al op-
genomen is op de recording-destination track,
zal uw nieuw opgenomen Performance toege-
voegd worden aan de bestaande Performance
zonder het te wissen.
REPLACE: Replace-recording (vervangende
opname)zal worden uitgevoerd. Als een Perfor-
mance al opgenomen is, zal deze gewist worden
als u uw nieuwe Performance opneemt. Gebruik
dit, wanneer u opnieuw op wilt nemen.
Start Point
130
] of houd [SHIFT] ingedrukt en druk
Uitleg
Specificeer de phrase track of
patroon waarop u op wilt ne-
men.
Selecteer hoe het opnemen
plaats moet gaan vinden.
Specificeer de locatie (maat-
beat-klik) waarop opnemen
zal beginnen.
4.
Druk op [F5 (PTNCALL)].
Het STEP REC (PTN) venster verschijnt.
fig.StepRecPtn
5.
Gebruik de VALUE draaischijf of [INC] [DEC] om het
patroon nummer (1-100) te selecteren dat u aan de phrase
track wilt toewijzen.
De patroon naam van het geselecteerde patroon wordt weerge-
geven in "Pattern." "Length" geeft het aantal maten in het
patroon aan.
6.
Druk op [F6 (PUT PTN)].
Een Pattern Call bericht voor het patroon, dat is geselecteerd
door de Pattern parameter, zal opgenomen worden. De vol-
gende stap wordt door de lengte van de maten in dit patroon
bepaald, zodat u de volgende maat kunt ingeven.
* Als u het verkeerde patroon invoert, kunt u op [
BK)] drukken om het eerder ingevoerde Pattern Call bericht te wissen.
7.
Herhaal bovenstaande stappen om extra patronen toe te
wijzen.
8.
Wanneer u klaar bent met step recording, dient u op [EXIT]
of [
]te drukken.
De [
] indicator zal uitgaan.
Als u niet tevreden bent met de step recording, die u zojuist
heeft uitgevoerd, dient u op [ERASE/UNDO] te drukken om
terug te keren naar de toestand voor de opname (Undo/Redo).
Nadat u Undo hebt uitgevoerd kunt u Redo gebruiken om terug
te gaan naar de voorgaande toestand. Nadat u Undo uitgevoerd
heeft, kunt u Redo uitvoeren door bovenstaande procedure
nogmaals uit te voeren.
] of [F1(STEP

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave