Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roland Fantom Xa Gebruikershandleiding pagina 42

Inhoudsopgave

Advertenties

Een Patch creëren
[F5 (KEY RNG)] (TMT KEY RANGE)
U kunt het noot nummer gebruiken om de manier, waarop de Toon gespeeld wordt, te regelen.
fig.TMT-K.e
De toon die klinkt
Niveau
in het lagere gebied
Key Fade lager
Toonbereik lager
Parameter
Waarde
Key Fade Lower
0–127
Key Range Lower
C - –(Upper)
Key Range Upper
(Lower)–G9
Key Fade Upper
0–127
[F6 (VEL RNG)] (TMT VELO RANGE)
U kunt de kracht instellen waarmee toetsen gespeeld worden om de manier waarop de Toon gespeeld wordt, te regelen.
fig.TMT-V.e
De toon die klinkt wanneer
Niveau
u zachtjes speelt
Velo Fade lager
Velo Range lager
Parameter
Waarde
Tone Mix Velo
OFF, ON,
Control
RANDOM,
CYCLE
Control Switch
OFF, ON
Velo Fade Lower
0–127
Velo Range Lower
1–(Upper)
Velo Range Upper
(Lower)–127
Velo Fade Upper
0–127
Wanneer u de Matrix Control gebruikt om verschillende tonen te laten spelen, moet u de laagste waarde (Lower) en de hoogste waarde
(Upper) van de waarde van het gebruikte MIDI bericht instellen.
In plaats van Velocity te gebruiken, kunt u ook tonen vervangen met behulp van de Matrix Control (p.49). Det aanslaggevoeligheid en de
Matrix Control kunnen echter niet gelijktijdig gebruikt worden om verschillende tonen te laten klinken. Wanneer u de Matrix Control
gebruikt om geluiden te verwisselen, dient u de Tone Mix Velo Control parameter op "OFF" te zetten.
42
De toon die klinkt
in het hogere gebied
Toonhoogte
Key Fade hoger
Toonbereik hoger
Uitleg
Bepaalt wat er zal gebeuren met het toonniveau, wanneer een noot gespeeld wordt die lager is dan de
Key Range Lower.
Als u de toon helemaal niet wilt laten klinken, dient u deze parameter op "0" in te stellen.
Specificeert de laagste noot waarvoor de toon zal klinken voor elke toon.
Specificeert de hoogste noot waarvoor de toon zal klinken voor elke toon.
Bepaalt wat er zal gebeuren met het toonniveau, wanneer een noot gespeeld wordt die hoger is dan de
Key Range Upper.
Als u de toon helemaal niet wilt laten klinken, dient u u deze parameter op "0" in te stellen.
De toon die klinkt wanneer
u krachtig speelt
Aanslag
Velo Fade hoger
Velo Range hoger
Uitleg
Bepaalt of een andere toon gespeeld wordt (ON) of niet (OFF), afhankelijk van de kracht, waarmee de
toets gespeeld wordt (velocity).
RANDOM: De samengestelde tonen van de Patch zullen willekeurig klinken, ongeacht of er Velocity
berichten zijn.
CYCLE: De samengestelde tonen van de Patch zullen samenhangend klinken, ongeacht of er Velocity
berichten zijn.
Gebruik de Matrix Control (p.49) om verschillende tonen te laten klinken (ON) of niet (OFF).
Bepaalt wat er zal gebeuren met het toonniveau, wanneer een noot krachtiger gespeeld wordt dan de
Velo Range Lower.
Als u de toon helemaal niet wilt laten klinken, dient u deze parameter in te stellen op "0".
Specificeert de laagste aanslaggevoeligheid, waarin de toon zal klinken.
Specificeert de hoogste aanslaggevoeligheid, waarin de toon zal klinken.
Bepaalt wat er zal gebeuren met het toonniveau, wanneer de toon krachtiger gespeeld wordt dan de Velo
Range Upper.
Als u de toon helemaal niet wilt laten klinken, dient u deze parameter in te stellen op "0".

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave