Een Patch creëren
Parameter
Waarde
Offset
-100–
+100
Delay Time
0–127
Delay Time KF
-100–
(Time Keyfol-
+100
low)
fig.T-KF.e
Pitch Keyfollow
Tijd
C1
C2
C3
C4
Een parameter gemarkeerd met een "★" kan geregeld worden m.b.v. gespecificeerde MIDI berichten (Matrix Control, p. 49)
Parameter
Waarde
Fade Mode
ON <, ON >,
OFF <, OFF >
Fade Time
0–127
Key Trigger
OFF, ON
Pitch Depth ★
-63– +63
TVF Depth ★
-63– +63
TVA Depth ★
-63– +63
Pan Depth ★
-63– +63
Positieve(+) en negatieve(-) instellingen voor de Depth parameter resulteren in verschillende soorten verandering in toon-
hoogte en volume. Als u bijvoorbeeld de Depth parameter instelt op een positieve(+) waarde voor één toon en een andere
toon instelt op dezelfde nummerieke waarde maar het negatief (-) maakt, zal de modulatie fase voor de twee tonen tegenge-
steld aan elkaar zijn. Dit geeft u de mogelijkheid om heen en weer te bewegen tussen twee tonen of het te combineren met de
Pan instelling om de locatie van het geluidsbeeld cyclisch te veranderen.
* Wanneer een waarde van Type "2"-"10" geselecteerd is voor de Structure parameter, zal de output van tonen 1 en 2 gecombineerd
worden in toon 2 en de output van tonen 3 en 4 gecombineerd worden in toon 4. Om deze reden zal toon 1 de instellingen van toon 2
volgen en toon 3 de instellingen van toon 4 (p.63).
52
Uitleg
Doet de LFO waveform omhoog of omlaag gaan in verhouding tot de centrale waarde (toonhoogte of cutoff fre-
quency).
Positieve(+) instellingen zullen de waveform verplaatsen, zodat modulatie zich voordoet vanuit de centrale
waarde naar boven. Negatieve (-) instellingen zullen de waveform verplaatsen, zodat modulatie zich voordoet
vanuit de centrale waarde naar beneden.
De verlopen tijd, voordat het effect toegepast wordt (het effect duurt voort), nadat de toets is ingedrukt (of losge-
laten).
Wanneer u een viool, blaas of bepaalde andere instrumentgeluiden in een Performance gebruikt, kan het ef-
fectief zijn om de vibrato toe te voegen nadat de noot iets uitgetrokken is i.p.v. de vibrato toe te voegen direct
nadat de geluiden gespeeld zijn.
Past de waarde voor de Delay Time parameter aan, afhankelijk van de positie van de toets met betrekking tot de
C4 toets (centrum C4).
Om de tijd die verstrijkt, voordat het LFO effect wordt toegepast (het effect duurt voort), korter te maken met
iedere hogere toets die in de hogere registers wordt ingedrukt, dient u een positieve waarde te selecteren; om
de verstreken tijd te verlengen dient u een negatieve waarde te selecteren. Grotere instellingen zullen een gro-
tere verandering produceren. Als u niet wilt dat de tijd die verstrijkt, voordat het LFO effect is toegepast (het
effect duurt voort) verandert afhankelijk van de toets die wordt ingedrukt, dient u dit op "0" in te stellen.
-100
-50
0
+50
+100
Toets
C5
C6
C7
Uitleg
Hoe de LFO toegepast zal worden.
Specificeert de tijd waarin de LFO breedte het maximum (minimum) zal bereiken.
Specificeert of de LFO cyclus gesynchroniseerd zal worden, wanneer de toets is ingedrukt (ON) of niet (OFF).
Specificeert hoe diep de LFO effect zal hebben op de toonhoogte.
Specificeert hoe diep de LFO effect zal hebben op de cutoff frequentie.
Specificeert hoe diep de LFO effect zal hebben op het volume.
Specificeert hoe diep de LFO effect zal hebben op de pan.