Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roland Fantom Xa Gebruikershandleiding pagina 13

Inhoudsopgave

Advertenties

6
[CHORD MEMORY]
Schakelt de CHORD MEMORY aan/uit (p.92)
[RPS]
Schakelt de RPS aan/uit.(p.154)
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [CHORD MEMORY] of [RPS]
om in het CHORD MEMORY of RPS instellingen venster te komen.
7
Display
Dit geeft informatie weer betreffende de handeling, die u aan het uit-
voeren bent.
8
[MENU]
Opent het MENU. De inhoud van het menu zal afhangen van de
actuele modus.
Functieknoppen ([F1]-[F6])
Tijdens het bewerken verrichten deze knoppen een variatie aan func-
ties. Deze functies zullen verschillen afhankelijk van welk scherm u
aan heeft staan.
[PAGE]
Wanneer deze knop aanstaat, kunt u dit gebruiken om van venster te
wisselen.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAGE] om in het LCD Contrast
instellingen venster te komen (p.16).
9
PART/TRACK
[SELECT]
Als u hierop in Performance modus drukt, zullen knoppen [1]-[8]
functioneren als Part Select knoppen (p.68, p.70).
[MUTE]
Als u hierop in Performance modus drukt, zullen knoppen [1]-[8]
functioneren als Mute knoppen (p.71, p.120).
[1]–[4] (TONE SW [1]–[4])
In Performance modus corresponderen deze met Parts 1-4 (9-12).
In Patch modus zetten ze tonen of waves aan/uit (p.33).
[5]–[8] (TONE SELECT [1]–[4])
In Performance modus corresponderen deze knoppen met Part 5-8
(13-16). In Patch modus selecteren ze de te bewerken toon of wave
(p.35, p.55).
[9-16]
Als u hierop drukt in Performance modus, zodat dit ogelicht is, zul-
len knoppen [1]-[8] corresponderen met Part 9-16.
10
[WRITE]
Bewaar bewerkte instellingen in het tijdelijk geheugen of op een
geheugenkaart (p.37, p.57, p.72, p.91, p.93, p.116, p.150).
[PATCH SELECT]
Bekijk het PATCH SELECT venster (p.31).
[PATCH EDIT]
Maak Patch gerelateerde instellingen (p.35).
[SONG]
Maak instellingen voor song data en song edit (p.119).
[EFFECTS]
Maak effect gerelateerde instellingen. (p.157)
[SHIFT] (JUMP)
Deze knop wordt samen met andere knoppen gebruikt om verschil-
lende functies uit te voeren.
11
[MIXER]
Bekijk het Mixer venster in de Performance modus.(p.70)
[LAYER/SPLIT]
Bekijk het Layer venster in de Performance modus. (PIJLTJE)(p.68)
[PATCH/RHYTHYM]
Ga naar Patch/Rhythym modus (p.29)
12
VALUE draaischijf
Dit wordt gebruikt om waarden te wijzigen. Als u [SHIFT] ingedrukt
houdt, terwijl u de VALUE draaischijf roteert, zal de waarde met
grotere stappen worden verhoogd.
[DEC],[INC]
Hiermee wijzigt u de waarden. Als u één knop ingedrukt blijft hou-
den, terwijl u op de andere drukt, zal de waardeverhoging versneld
worden. Als u op één van deze knoppen drukt, terwijl u [SHIFT]
ingedrukt houdt, zal de waarde met grotere stappen hoger worden
(p.27).
[CURSOR] (
,
,
Verplaatst de cursor positie naar boven/naar beneden/naar links/
naar rechts (p. 27).
[EXIT]
Ga terug naar het voorgaande venster of sluit het venster dat op dat
moment open staat. In sommige vensters kan het zijn dat de functie
die op dat moment uitgevoerd moet worden, daarmee onderbroken
wordt.
[ENTER]
Gebruik deze knop om een handeling uit te voeren.
13
TRIGGER/CATEGORY
PAD [1]-[9]
Gebruik deze om tonen of samples te spelen of om patronen te star-
ten.
[HOLD] (PAD [0])
Zet "hold" (het geluid duurt voort, nadat u de Pad heeft losgelaten)
aan/uit (p.117).
[TRIGGER]
Als u hierop drukt en dit oplicht, zullen Pads [1]-[9] tonen of
samples spelen.
[CATEGORY]
Als u hierop drukt en dit oplicht, zullen Pads [0]-[9] Patch catego-
rieën selecteren (p.32).
* Als u op zowel [TRIGGER] als [CATEGORY] drukt, zodat beide
opgelicht zijn, kunt u Pads [0]-[9] gebruiken als numeriek toetsenbord
om numerieke waarden (p.27) in te voeren.
14
SAMPLING
[MIX IN]
Schakelt de externe input aan/uit (p.101).
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op deze knop om in het INPUT
instellingen venster te komen.
[SAMPLE]
Bekijk het SAMPLE EDIT of SAMPLE LIST venster (p.104, p.106).
[SAMPLING]
Bekijk het Sampling Menu venster (p.100).
Paneelbeschrijvingen
,
)
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave