Referentie (Functie-overzicht)
Dit overzicht legt de functie van iedere parameter duidelijk en beknopt uit. De tabel bevat verschillende voetnoten, die verdere details en uitleg geven voor de onderdelen die
met een asterisk (*) gemarkeerd zijn. De "bladzijdenverwijzing" kolom geeft ook verwijzingen voor bedieningsvoorbeelden, andere details en relevante parameters. De
referentienummers in de handleiding komen overeen met de relevante onderdelen in de functiehiërarchie (blz. 88) en de parametertabel (blz. 92).
U kunt, door de referentienummers op te zoeken, snel en gemakkelijk de corresponderende functie en parameter in het overzicht vinden.
n Zie voor informatie over de display-aanwijzingen en modeselectie blz. 30. Zie voor informatie over de playmode blz. 36, 41, 48.
OPM.
Ref.
Display
Parameternaam
nr.
1
MainCtgry/SubCtgry
Main/Sub Category
(Voice/Performance)
2
Name
Name1-10
(Voice/Performance/Master)
3
Mono/Poly
Mono/Poly Mode
4
KeyAsgnMode
Same Note Number
Key On Assign Mode
(AssignMode)
5
M.TuningNo.
Micro Tuning
6
MEQ OFFSET
Master EQ Offset
7
(PORTA) Switch (Sw)
Portamento Switch
8
(PORTA) Time
Portamento Time
9
(PORTA) PartSwitch
Part Switch
10
(PORTA) Mode
Portamento Mode
11
(PORTA) TimeMode
Portamento Time Mode
12
CSAssign
Control Function Select
13
ChoCtrl
Chorus Control
14
PB Upper/Lower,
Pitch Bend Range
PB Range
15
AssignA/B/1/2
Assign A/B/1/2
16
BCCurve
BC (Breath Controller) Curve Deze curven bepalen hoe het geluid van de S90 reageert op het gebruik van een breathcontroller. Het specifieke aspect van het geluid dat
17
Octave
Master Octave Shift
18
Transpose
Master Transpose
19
VelCurve
Velocity Curve
20
FixedVelocity
Fixed Velocity
Stelt de naam en de categorieën in (maximaal 10 karakters).
Bepaalt of een voice/part monofoon (alleen enkele noten) of polyfoon
(meerdere tegelijkklinkende noten) wordt afgespeeld.
Deze instelling is van toepassing als hetzelfde nootnummer (toets) door de toongenerator wordt ontvangen. Als deze is ingesteld op
"single", dan wordt het voorgaande geluid afgesneden (cut off) om het volgende aan te passen. Als het is ingesteld op "multi", dan klinkt de
noot gedurende de oorspronkelijke tijdsduur.
Bepaalt het stemmingssysteem voor de voice. Dit moet normaal gesproken op 00 (gelijkzwevende temperatuur) worden ingesteld; er zijn
echter 31 aanvullende stemmingssystemen beschikbaar voor een verscheidenheid aan stemmingstoepassingen en effecten.
Past de master (globale) EQ instellingen aan. De instellingen die hier gemaakt worden zijn tevens de offset waarden voor de EQ instellin-
gen (met uitzondering van "MID"). Deze kunnen ook bewerkt worden met de CS-schuiven.
Bepaalt of portamento (een geleidelijke overgang tussen de toonhoogte van een toets naar de volgende toets) aan is of uit.
Bepaalt de portamentotoonhoogte-overgangstijd. Hogere waarden hebben een langere overgangstijd tot gevolg. Lagere waarden hebben
een kortere overgangstijd tot gevolg. Het effect wordt toegepast volgens de "TimeMode" instelling.
Bepaalt voor iedere afzonderlijke part of portamento aan of uit is.
Met de "fingered/fingr" instelling wordt portamento alleen toegepast als u legato (het aanslaan van de volgende toets alvorens de vorige los
te laten) speelt. Met de "fulltime/full" instelling wordt portamento altijd toegepast.
Als "TimeMode" is ingesteld op "rate (normal voice)", dan zal de overgangstijd variëren in verhouding met het interval van de ene toets naar de
volgende toets. Door dit op "time" in te stellen wordt deze parameter een echte tijdsverdelingsinstelling, bepaald door de "Time" parameter.
Bepaalt welke rij van CONTROL FUNCTION-parameters automatisch wordt geselecteerd als het programma wordt opgeroepen.
Bepaalt de sterkte van het choruseffect, zoals die bestuurd wordt door de CS-schuif die is toegewezen aan Chorus Send.
Bepaalt de hoeveelheid (in halve noten; 12: één octaaf) waarmee de toonhoogte gevarieerd wordt als u het pitchbendwiel omhoog/omlaag beweegt.
Als u een plug-invoice selecteert, dan kunnen de hogere en lagere bereiken hier niet onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
Hiermee kunt u direct met de CS-schuif de waarde voor iedere toewijsbare controller (A, B, 1, en 2) instellen en opslaan.
door de breathcontroller wordt beïnvloedt en de geselecteerde curve wordt in de Controller Setdisplay ([F4] → [SF1/2/3]) van de normale
voice common editmode ingesteld.
Bepaalt het aantal octaven waarmee het bereik van het toetsenbord omhoog of omlaag wordt geschoven. Deze instelling kan met de
voetschakelaar gereset worden (UTILITY [F4] → [SF3] FS=101).
Transponeert de toonhoogte van het toetsenbord omhoog of omlaag (in halve tonen). Dit heeft invloed op de verzonden MIDI-data.
Dit bepaalt de bijzondere aanslaggevoeligheidscurve, of hoe de snelheid waarmee de toetsen gespeeld worden het uitgangsgeluid beïn-
vloeden. Als het op "fixed" is ingesteld staat de waarde van de aanslagsnelheid van de gespeelde noot vast en is dan gelijk aan de waarde
van Fixed Velocity (zie hierna).
Als de hiervoor aangegeven waarde voor Velocity Curve op "fixed" is ingesteld, dan bepaalt deze waarde de aanslagsnelheid. Dit heeft
invloed op de verzonden MIDI-data.
Uitleg
Blz.
verwij-
zing
34,
35, 84
*1
*2
67
*3
*4
*4
*5
*4
53
*6
53
53
*7
87
56
*8
87
87