Ref.
Display
Parameternaam
nr.
121
Filter
MW/AT(CAT)/AC(AC1)
Filter Control
122
PMod
MW/AT(CAT)/AC(AC1)
LFO Pitch Modulation Depth
123
FMod
MW/AT(CAT)/AC(AC1)
LFO Filter Modulation Depth
124
AMod
MW/AT(CAT)/AC(AC1)
LFO Amplitude Modulation
Depth
125
Pitch (AT)
AT (CAT) Pitch Control
126
Src
AC Source
(AC1 Control Number)
127
(ARP) Switch/Hold
Arpeggio Switch/Hold
Control Number
128
ASA/ASB
Assignable A/B Slider
Control Number
129
Dest
Assignable A/B Slider
Destination
130
FS
FS Control Number/
FS Function Assignment
131
Set Remote Template
Set Remote Mode Template
Type
Type
132
BankMSB/LSB
Bank Select MSB/LSB
133
PgmChange
Program Change
(Program Number 1-128)
134
CtrlSlider
Control Slider Control
Number
135
Level
Element Level
136
AlternatePan
Alternate Pan Depth
137
RandomPan
Random Pan Depth
138
ScalingPan
Scaling Pan Depth
139
EGTime
AEG Time Velocity Sensitivity Bepaalt de mate waarin de aanslaggevoeligheid de Amplitude EG beïnvloedt. Een positieve instelling laat de AEG sneller veranderen als u
140
Segment
AEG Time Segment
141
EGLevel
AEG Level Velocity
Sensitivity
142
Curve
Velocity Sensitivity Curve
143
(AEG) TIME
AEG Time
144
(AEG) LEVEL
AEG Level
Bepaalt de diepte van de besturing door het modulatiewiel ([SF2])/aftertouch ([SF3])/AS-schuif ([SF4]) van de filter cutoff-frequentie.
Bepaalt de diepte van de besturing door het modulatiewiel ([SF2])/aftertouch ([SF3])/AS-schuif ([SF4]) van de toonhoogtemodulatie
(vibrato-effect).
Bepaalt de diepte van de besturing door het modulatiewiel ([SF2])/aftertouch ([SF3])/AS-schuif ([SF4]) van de filter cutoffmodulatie (wah-
effect).
Bepaalt de diepte van de besturing door het modulatiewiel ([SF2])/aftertouch ([SF3])/AS-schuif ([SF4]) van de amplitude-modulatie
(tremolo-effect).
Bepaalt de diepte van de besturing door de toetsenbordaftertouch van de toonhoogte. U kunt een maximale waarde (in halve noten) van
twee octaven instellen.
Bepaalt het MIDI-besturingsnummer dat gebruikt wordt om het filter, PMod, FMod en Amod te regelen.
Bepaalt het besturingsnummer dat het afspelen en aanhouden van de arpeggio regelt (aan/uit).
Bepaalt het besturingsnummer dat door de ASSIGN A/B schuiven geregeld wordt. Dit is beschikbaar als er een extern MIDI-apparaat
bestuurd wordt.
Bepaalt de functie die door het besturingsnummer, zoals hierboven ingesteld, moet worden geregeld. Zie de aparte Data List.
Wijst een specifieke functie en besturingsnummer toe aan de voetschakelaar.
Selecteert de template voor uw specifieke sequencesoftware.
Selecteert de voice voor elke zone door deze drie MIDI-boodschappen op te geven. Zie het voice-overzicht in de aparte Data List.
Bepaalt welke besturingsnummers worden gebruikt voor de CS-schuiven voor elke zone. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar als de
zone-switch (master playmode [F2]) aanstaat en de CONTROL FUNCTION op het paneel is ingesteld op "zone".
Past het uitgangsniveau aan voor het/de geselecteerde element/drumtoets, waardoor u het balansniveau tussen de elementen/toetsen kunt
regelen.
Bepaalt de mate waarin het geluid van het geselecteerde element beurtelings links en rechts gepand wordt voor elke toets die u indrukt. De
paninstelling wordt als de algemene panpositie gebruikt.
Bepaalt de mate waarin het geluid van het geselecteerde element willekeurig links en rechts gepand wordt voor elke toets die u indrukt. De
hoofdpaninstelling wordt als de algemene panpositie gebruikt.
Bepaalt de mate waarin de noten (vooral hun positie of octaafbereik) de panpositie beïnvloeden, links en rechts, van het geselecteerde
element. Op positie C3, wordt de hoofdpaninstelling als de algemene panpositie gebruikt.
het toetsenbord harder bespeelt (voor een hoge aanslagswaarde). Negatieve waarden hebben het tegenovergestelde effect. Dit heeft
alleen invloed op de opgegeven segmenten.
Bepaalt de aanslaggevoeligheid van het AEG niveau (het volume van de AEG wijziging). Met de curveparameter kunt u uit vijf verschillende
preset aanslagcurven kiezen (grafisch in de display aangegeven), waarbij elke curve bepaalt hoe de aanslag de Amplitude EG beïnvloedt.
Bepaalt de volume-overgang (amplitude), vanaf het moment dat een toets op het toetsenbord wordt aangeslagen, tot het moment dat het
geluid stopt. Hierdoor kunt u vele karakteristieken van natuurlijke akoestische instrumenten reproduceren — zoals de snelle attack en
decay van percussiegeluiden, of de lange release van een sustain pianoklank. Houd in gedachte dat verschillende geluiden een
verschillende mate van natuurlijke decay hebben. Een pianogeluid bijvoorbeeld neemt geleidelijk af als u de toets ingedrukt houdt; maar
een orgelgeluid blijft even hard klinken. Tevens geldt dat hoe langer de AEG release-tijd is, des te langer de sustain is.
Appendix
Uitleg
Referentie
Snelgids
Blz.
verwij-
zing
*50
56
*51
57
53
*6
*17
*27
*26
*27
66
66
Basissectie