*19
Wijzigingen in de aanslagcurve aan de
hand van VelDepth (met een offsetwaarde
van 64)
Aanslagsterkte
Feitelijke aanslag
voor toongenerator Depth=127 (dubbele)
Depth=64
127
(normaal)
Depth=32
64
(helft)
Depth=0
0
64
127
Ontvangen aanslag
(Feitelijke toets-in snelheid)
Wijzigingen in de aanslagcurve aan de
hand van VelOffset (met een sterkte van 64)
Aanslag offset
Feitelijke aanslag
voor toongenerator Offset=96 (+64)
Offset=127 (+127)
127
Offset=64 (normaal)
Afhankelijk
Offset=32 (-64)
64
van offset
Afhankelijk
0
van offset
64
127
Ontvangen
aanslag
(feitelijke toets-in snelheid)
Offset=0 (-127)
*20
Zendniveau (naar reverb en chorus) kan niet on-
afhankelijk voor elke drumtoets worden inge-
steld; de waarde ligt vast op 127 (maximum).
*21
De instelling "C"(midden) behoudt de afzonder-
lijke pan-instellingen van elk element/part
(common edit).
*22
Deze parameter is niet beschikbaar voor de plug-
inparts.
*23
MEQ (Master equalizer)
Q(Frequentiekarakteristiek)
Gain
0
Freq
(Frequentie )
5 bands
LOW
LOWMID
MID
HIGHMID
HIGH
Shape
Bepaalt het gebruikte equalizertype; shelving
(shelv) of peaking (peak). Het peakingtype
verzwakt/versterkt het signaal op de opgegeven
frequentie-instelling, terwijl het shelvingtype
het signaal op frequenties boven of onder de
opgegeven frequentie-instelling verzwakt/
versterkt. Deze parameter is beschikbaar voor
LOW, MID en HIGH.
shelv (Shelving)
+
0
–
EQ Low
EQ Low
Frequentie
Freq1
Freq2
peak (Peaking)
+
Gain
0
Frequentie
–
Freq
Freq (Frequentie)
Bepaalt de middenfrequentie. Frequenties rond
dit punt worden verzwakt/versterkt door de
'gain'-parameter.
Gain
Bepaalt de versterking van het frequentieniveau
(zoals hiervoor ingesteld), of in welke mate de
geselecteerde frequentieband wordt verzwakt of
versterkt.
Q (frequentiekarakteristiek)
Dit past het signaalniveau aan op de ingestelde
frequentie om verschillende frequentiecurveka-
rakteristieken te creëren.
0.1
12.0
Frequentie
Freq
*24
U kunt de aan de parameters gerelateerde voice
alleen instellen als u in de utilitymode bent
([F3] → [SF1]), vanaf de voicemode.
*25
mLAN-aansluiting
In deze display kunt u parameters instellen die
gerelateerd zijn aan de los verkrijgbare mLAN8E
(blz. 126). De volgende display is alleen beschik-
baar als de los verkrijgbare mLAN8E is
geïnstalleerd.
Zie voor details over deze
parameter de handleiding
Naam leverancier
Bijnaam
van de mLAN8E.
[EXIT]-knop
[SF4]-knop
Geef een bijnaam voor de verbinding. Zie voor specifieke instructies
over het benoemen de basisbedining op blz. 34. Zie voor details over
de Nickname (bijnaam) parameter, de handleiding van de mLAN8E.
Stel de Word Clock in. Zie
Druk op de [ENTER]-knop om
voor details de handleiding
de waarde echt in te stellen.
van de mLAN8E.
Appendix
Referentie
Alle mLAN8E-gerelateerde instellingen in de
utilitymode worden alleen opgeslagen in het ge-
heugen van de mLAN8E zelf, en niet in het user-
geheugen van de S90. Gebruik de volgende pro-
cedure om alle voorgaande mLAN-instellingen
te initialiseren.
[EXIT]-knop
[SF5]-knop
Druk op de [ENTER]-knop om de mLAN-
instellingen daadwerkelijk te initialiseren.
*26
Instellingen
Beschikbaar segment voor EGTime
(display)
atk
attack time
atk+dcy
attack time/decay time
dcy
decay time
atk+rls
attack time/release time
all
all time
*27
Elementbesturing aan de hand van
aanslag (ex. PEG)
Positieve waarde
Hoeveelheid
aanslag
toonhoogtewijziging
EGTime
EGLevel
Groot
Sneller
Groot
Langzamer
Klein
Klein
Tijd PEG-wijziging
Snelgids
Basissectie