1 Druk, na op de [SEQ PLAY]-knop gedrukt te heb-
ben, op [F6] (MIX) om naar de mixingmode te gaan,
en ga vervolgens naar de editmode (blz. 29).
n U dient, voordat u naar de mixing editmode gaat, een
OPM.
mixtemplate te selecteren voor bewerking (blz. 79).
n U kunt, indien nodig, de mixinstellingen initialiseren
OPM.
(blz. 70).
2 Druk, als de common editdisplay getoond wordt, op
de juiste NUMMER-knop [1] - [16] om naar de part
editdisplay over te schakelen.
Hier zullen we part 1 voor de piano selecteren, part 2
voor bas en part 10 voor drums. Laten we eerst part 1
selecteren.
3 Druk op [F1] → [SF1] om naar het VOICE-scherm
over te schakelen en geef vervolgens de voice op die
voor de pianopart gebruikt moet worden.
4 Wijs op identieke wijze part 2 toe aan de basvoice
en part 10 aan de drumvoice.
5 Druk op [F2] → [SF1] om naar het VOLUME -
scherm over te schakelen en stel vervolgens, indien
nodig, voor elke part het volume in, alsook de pan-
positie, chorus- en reverbzendniveaus. Zie voor
details Ref.nr. 43 - 48.
6 Druk op [F1] → [SF2] en schakel over naar het
MODE-scherm. Stel de relevante parameters in op
de juiste waarden: 1, 2 en 10.
7 Gebruik de [ ]- en [ ]-knoppen en schakel over
naar de Mono-/Poly-instelling. Stel de parameter in
op "Poly" (polyfoon).
n De modeparameter kan voor parts, die alleen passa-
OPM.
ges bevatten met melodieën waarbij niet meer dan
één noot tegelijk gespeeld wordt, op "mono" (mono-
foon) worden ingesteld.
8 Druk op de [F1] → [SF3]-knop om de NoteLimit
(toetsbereik) en VelLimit (aanslagbereik) instel-
lingen op te roepen, en controleer of de part van
elke voice correct is ingesteld — met andere woor-
den, zorg ervoor dat de toets- of de aanslaginstel-
lingen niet beletten dat de voice normaal wordt
bespeeld. Over het algemeen, behalve in speciale
gevallen, moet u het vermijden om limieten in te
stellen voor toets- en aanslagbereiken, waardoor u
er zeker van bent dat toetsen correct klinken en niet
worden afgesneden.
n Er zijn nog vele andere partspecifieke parameters in de
OPM.
mixing editmode. Zie, voor details, de Referentiesectie.
9 U dient, voordat u de editmode verlaat, de instellin-
gen voor de mixtemplate op te slaan. Zie, voor
details over het opslaan van mixtemplates, blz. 79.
Als u nu deze mixtemplate in de sequence playmode selec-
teert, dan kunt u de songfile op de computer (sequencer)
afspelen, en de piano-, bas- en drumparts zullen worden
afgespeeld overeenkomstig elke MIDI-kanaaltrack.
81
De songs afspelen