Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha S90 Handleiding pagina 108

Inhoudsopgave

Advertenties

*1
Als de alternate group (AltGrp) parameter is
ingesteld op een waarde anders dan "off" (uit),
dan is deze parameter niet beschikbaar, en wordt
"---" in de display getoond (Drum Key Edit).
*2
Micro tuning type
Nr.
Type
Toets
Opmerkingen
00
Gelijkzwevende
De "compromis" stemming die de
temperatuur
laatste 200 jaar wordt gebruikt in
de westerse muziek, en die gevon-
den kan worden op de meeste elek-
tronische toetsinstrumenten. Iedere
halve stap is exact 1/12de van een
octaaf, en muziek kan in iedere
toonhoogte met hetzelfde gemak
gespeeld worden. Geen van de
intervallen zijn echter perfect
gestemd.
01~12
Reine majeur
C~B Deze stemming is zo ontworpen dat
de meeste intervallen (vooral de ma-
jeur terts en de reine kwint) zuiver
zijn. Dit betekent dat andere inter-
vallen dus niet zuiver zijn. U zult zelf
de toonhoogte (C~B) aan moeten
geven waar u in gaat spelen.
13~24
Reine mineur
A~G# Hetzelfde als reine majeur, maar ont-
worpen voor de mineurtoonladder.
25
Werckmeister
Andreas Werckmeiser, een tijdgenoot
van Bach, heeft deze stemming ont-
worpen, zodat toetsinstrumenten in
iedere toonhoogte kunnen spelen.
Iedere toonhoogte heeft een eigen,
unieke karakter.
26
Kirnberger
Johann Philipp Kirnberger was ook
betrokken bij de ontwikkeling van
een toonladder die in iedere toon-
soort bespeeld kan worden.
27
Vallotti & Young
Francescatonio Vallotti en Thomas
Young (beide midden 1700) heb-
ben deze toevoeging bedacht voor
de Pythagoreaanse stemming
waarin de eerste zes kwinten
verlaagd worden met dezelfde
hoeveelheid.
28
1/4 verschoven
Dit is de normale gelijkzwevende
stemming, maar 50 cents hoger ge-
stemd.
29
1/4 toon
24 gelijkmatige verdeelde noten per
octaaf. (U moet dus 24 toetsen
aanslaan om één octaaf hoger te
spelen.)
30
1/8 toon
48 gelijkmatige verdeelde noten per
octaaf. (u moet dus 48 toetsen
aanslaan om één octaaf hoger te
spelen.)
31
Indiaas
C~B Wordt gewoonlijk gebruikt in indiase
muziek (alleen witte toetsen [C~B]).
*3
Voice ...offset waarden voor de EQ instellingen
in de utility ([F3] → [SF1]).
Performance/mix ...offset waarden voor de mas-
ter EQ instellingen (Algemeen [F2] → [SF2]).
*4
Deze portamentoparameters hierboven zijn niet
beschikbaar voor de part waaraan de drumvoice
wordt toegewezen.
*5
De mode-instelling is niet beschikbaar voor de
plug-inpart.
*6
CONTROL FUNCTION SELECTIE (CS-assign)
1
CONTROL
PAN
REVERB
CHORUS
TEMPO
FUNCTION
2
CUTOFF
RESONANCE
ATTACK
RELEASE
3
ASSIGN A
ASSIGN B
ASSIGN 1
ASSIGN 2
4
MEQ LOW
MEQ LOW MID
MEQ HI MID
MEQ HIGH
5
VOLUME 1
VOLUME 2
VOLUME 3
VOLUME 4
6
ZONE 1
ZONE 2
ZONE 3
ZONE 4
MASTER
VOLUME
CS 1
CS 2
CS 3
CS 4
1 pan
2 klank
3 toewijzing
4 MEQofs
5 vol
6 zone (Alleen mastermode. De instelling "zone" hier-
boven is alleen beschikbaar als de zone switch aan-
staat in de [F2] MEMORY-display in de master play-
mode.)
n Voice/performance/mix ...ingesteld door elke
.
OPM
common edit [F1]
[SF5] (CSAssign)
Master. ..Ingesteld door de common edits [F2]
(schuif)
*7
Het schuiven van de schuif heeft geen enkel
effect, totdat u de huidige instelling bereikt.
*8
Als u voorbij de nootbereiklimieten (C-2 en G8)
transponeert, dan zullen de noten in het aan-
grenzende octaaf worden gebruikt. Een getrans-
poneerde F9-noot bijvoorbeeld zal in F8 worden
gewijzigd.
*9
Power On Mode instellingen
Display
Mode
Programma
performance
Performance play
USER: 001
voice (USER)
Voice play
USER: 001
voice (PRE1)
Voice play
PRE1: 001
GM
Voice play
GM: 001
master
Master play
USER: 001
*10
Deze instellingen zijn afhankelijk van het speci-
fieke plug-inboard; zie de relevante handleiding
voor details.
*11
U kunt ook een lager en een hoger bereik creëren
met een "gat" in het midden, door eerst de hoog-
ste noot op te geven. Door bijvoorbeeld een noot-
limiet van "C5 - C4" in te stellen kunt u het ele-
ment bespelen vanaf twee afzonderlijke berei-
ken: C-2 tot C4 en C5 tot G8. Noten die tussen
C4 en C5 gespeeld worden bespelen niet het gese-
lecteerde element/part/zone.
*12
U kunt het bereik ook direct vanaf het toetsen-
bord instellen, door de [INFORMATION]-knop
ingedrukt te houden en op de gewenste lage en
hoge toetsen te drukken.
*13
U kunt ook afzonderlijke lage en hoge bereiken
creëren, met een aanslaggevoeligheidsgat in het
midden, door eerst de maximumwaarde op te
geven. Door bijvoorbeeld een aanslaglimiet van
93 - 34 in te stellen kunt u het element bespelen
vanaf twee afzonderlijke aanslagbereiken: zacht
(1 - 34) en hard (93 - 127). Noten die met een
aanslag tussen 35 en 92 gespeeld worden bespe-
len niet het geselecteerde element/part/zone.
*14
Als u hier "voice" geselecteerd heeft, kunnen en-
kele parameters niet ingesteld worden.
*15
U kunt deze parameter ook bijstellen met de CS-
schuif op het bedieningspaneel (common edit).
*16
In de drumkey editmode is deze parameter alleen
beschikbaar als de insertie-effectuitgang (hierbo-
ven) is ingesteld op "thru".
*17
Deze parameter werkt voor waves (pre wav) die
in de [F1] - [SF1] drumkey oscillatorwavedisplay
geselecteerd zijn (drumkey edit).
*18
Als er een normale voice wordt toegewezen aan de
toets, dan kunt u met deze parameter de positie van
de noot bepalen (niet zijn toonhoogte) in verhouding
tot C3. Laten we bijvoorbeeld eens aannemen dat de
originele voice uit een uit twee elementen bestaand
pianoachtig geluid tot C3 en een uit twee elementen
bestaand gitaarachtig geluid vanaf C#3 en hoger be-
staat. Het instellen van de coarse parameter op +1
wijzigt de toonhoogte van het pianoachtige geluid
niet in C#3. In plaats daarvan klinkt C#3 van de ori-
ginele voice (dat wil zeggen, het gitaarachtige geluid).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave