Gebruik maken van de karakterlijst
In de stappen 2 en 3 hierboven kunt u de speciale 'pop-
up' karakterlijst gebruiken, die u alle beschikbare karak-
ters toont, waardoor u gemakkelijker namen en tekst
kunt invoeren. Druk op de [INFORMATION]-knop en
houd deze vast om de lijst op te roepen. Houd, om een
karakter te selecteren, de [INFORMATION]-knop vast en
gebruik de [INC/YES]- en [DEC/NO]- knoppen of de
datadial.
Als de cursor zich op de naam bevindt, verschijnt deze [LIST]-icoon en
kunt u de karakterlijst display oproepen door de [INFORMATION]-knop
vast te houden. Laat de [INFORMATION]-knop los om terug te keren
naar de oorspronkelijke display.
INFORMATION
INFORMATION
Terwijl u de [INFORMATION] knop ingedrukt houdt....
Selecteer een karakter met de
[INC/YES]-knop, [DEC/NO]-knop
of de datadial.
Verplaats de cursor naar de gewenste
positie.
DEC/NO
INC/YES
Navigeer met deze twee knoppen door de
display, verplaats de cursor door de ver-
schillende selecteerbare onderdelen en
parameters in het scherm. Het onderdeel
dat geselecteerd is, licht op (de cursor
EXIT
ENTER
verschijnt als een donker blok met witte
karakters).
EXECUTE
LCD
Categorie
--
Niet toegewezen
Ap
Acoustic Piano
Kb
Keyboard
Or
Organ
Gt
Guitar
Ba
Bass
St
Strings/Orchestral
Br
Brass
Rp
Reed/Pipe
LCD
Categorie
Ld
Synth Lead
Pd
Synth Pad
Sc
Synth Comping
Cp
Chromatic Percussion
Dr
Drums
Se
Sound Effects
Me
Musical Effects
Co
Combination
Soorten parameters (absolute en
relatieve)
U kunt parameters op verschillende manieren instellen.
Voor sommige parameters moet u direct numerieke of
alfabetische karakters invoeren. In het geval van andere
parameters kunt u uit een aantal beschikbare instellingen
kiezen. Bovendien zijn sommige soorten parameters
"absoluut" terwijl andere "relatief" zijn.
De absolute parameter in de volgende illustratie bijvoorbeeld
kan worden ingesteld op "mono" of "poly" . Voor andere ab-
solute parameters, zoals volume, kan de instelling een waarde
tussen nul en 127 hebben. De volume-instelling heeft een
lineaire, één-op-één relatie met het daadwerkelijke volume,
zoals hieronder in grafiek 1 getoond wordt. Relatieve para-
meters echter hebben niet dezelfde relatie. De onderstaande
grafiek laat de rol van de aanslaggevoeligheidsoffsetparame-
ter zien. De waarde die u hier heeft ingesteld, bekend als een
"offset", wordt bij/van de daadwerkelijke waarde opgeteld/
afgetrokken. In het geval van aanslaggevoeligheidsoffset,
wordt de opgegeven offsetwaarde opgeteld/afgetrokken bij/
van de daadwerkelijke aanslaggevoeligheid van de noten die
u op het toetsenbord speelt. Soms worden deze soorten rela-
tieve parameters ingesteld als een percentage.
1. Volume (absoluut)
Volume
0
2. Aanslaggevoeligheidsoffset (relatief)
Offset
+64
0
-64
127
Offset opgeteld (+10)
Daadwerkelijke aanslag
Offset afgetrokken (-10)
Volume
35
Basisbediening