Raadpleeg voor informatie over de stroomsterkte van opties het etiket op het
product met informatie hierover of de gebruikershandleiding die bij die optie
is geleverd.
Aarding
Voor een correcte werking en veiligheid moet deze installatie correct worden
geaard in overeenstemming met de Amerikaanse norm NFPA 70-1993, Artikel
250. Alle apparaten voor stroomverdeling, bedrading en stopcontacten moeten
volgens deze norm zijn geaard.
Vanwege de hogere lekstromen bij deze apparatuur wordt u aangeraden een
PDU (Power Distribution Unit) of stroomverdeler te gebruiken die een extra
aardingsgeleider biedt. Deze extra aardingsgeleider moet permanent zijn
aangesloten op een geschikte aardingsterminal van het gebouw. Het gebruik
van gewone stekkerdozen voor deze apparatuur is niet aanbevolen.
Voor een goede en veilige werking moet deze apparatuur van een degelijke
aarding zijn voorzien. In de Verenigde Staten installeert u de apparatuur
conform NFPA 70-1993 (National Electric Code) artikel 250, en in
overeenstemming met de lokale en regionale elektrische voorschriften voor
aansluiting van apparatuur in gebouwen. In Canada installeert u de apparatuur
in overeenstemming met de Canadian Standards Association, CSA C22.1,
Canadian Electrical Code. De installatie van de apparatuur moet voldoen aan
de plaatselijke of landelijke reglementen voor elektrische apparatuur, zoals de
International Electrotechnical Commission (IEC) 364 onderdelen 1 t/m 7. Alle
voedingsdistributieapparaten in de installatie, waaronder vertakte bedrading,
ontvangers, enzovoort, moeten goedgekeurde, geaarde apparaten zijn.
Wanneer u stekkerdozen gebruikt voor de verdeling van elektriciteit, moet u
zorgen dat er voor elke aansluiting een goede aarding is. Sluit elk onderdeel
aan op een goed geaard stopcontact.
WAARSCHUWING: Om het risico van een elektrische schok als gevolg van
hoge lekstromen te vermijden, moet u een betrouwbare geaarde aansluiting
gebruiken voordat u het apparaat op een stopcontact aansluit.
Installatie 2-7