Hulpprogramma Array Configuration uitvoeren 5-43
Reserveschijven toevoegen of configureren
Bij het toevoegen van een reserveschijf aan een array moet er een niet-
toegewezen schijfeenheid of een schijfeenheid zijn die reeds als reserveschijf
voor een andere array is ingesteld. U kunt een enkele reserveschijf aan net
zoveel arrays toewijzen als u wilt, of u kunt steeds een andere reserveschijf
toewijzen. Wanneer u de optie Assign Spare Drive (Reserveschijf toewijzen)
selecteert, worden alleen de schijfeenheden weergegeven die aan de
voorwaarden voldoen (bijvoorbeeld alleen de reserveschijven die groot genoeg
zijn). Als bepaalde schijfeenheden niet worden weergegeven, moet u met de
toets Tab overschakelen naar de Physical Drive View en de grootte van de
schijfeenheden controleren. De reserveschijf moet even groot zijn als de
kleinste schijfeenheid in de array.
Online migratie van RAID-niveau
en stripegrootte
Wanneer u CPQONLIN gebruikt, kunt u zowel het RAID-niveau als de
stripegrootte van een bestaande logische schijfeenheid online wijzigen.
Wanneer u een schijfeenheid wilt migreren, kiest u de optie Drive Setting
(Schijf instellen) in het menu Logical Drive (Logische schijfeenheid) voor de
schijfeenheid die u wilt wijzigen. Selecteer het nieuwe RAID-niveau en/of de
nieuwe stripegrootte uit de keuzemogelijkheden. Wanneer de nieuwe
instellingen zijn ingevoerd, zal de migratie beginnen wanneer u uw
wijzigingen opslaat.
Defecte schijfeenheden of tussentijds herstel
Als de hardwarefouttolerantie is ingeschakeld en er raakt een schijfeenheid
defect, wordt de werking van de server niet onderbroken. Vervang de
schijfeenheid zo snel mogelijk. Selecteer een logische schijfeenheid en druk
op F3 om de status van het herstelproces te controleren (zie afbeelding 5-32).