E-10 Compaq StorageWorks RAID Array 4100 - Gebruikershandleiding
Geen fouttolerantie (RAID 0)
RAID 0 biedt geen fouttolerantie. Op dit RAID-niveau worden de gegevens
over alle schijfeenheden van de array verdeeld maar is er geen methode om
redundante gegevens te maken. Als u voor een logische schijfeenheid deze
RAID-optie kiest en als een van de fysieke schijfeenheden defect raakt,
verliest u gegevens op de logische schijfeenheid.
Omdat op de logische schijfeenheden geen capaciteit wordt gebruikt voor
redundante gegevens, hebt u met RAID 0 de hoogste verwerkingssnelheid en
capaciteit. Om deze reden zou u RAID 0 kunnen toewijzen aan schijfeenheden
waarvoor grote capaciteit en hoge snelheden nodig zijn, maar die geen cruciale
gegevens bevatten.
Houd rekening met het volgende voordat u RAID 0 kiest:
I
Als er een schijffout optreedt, vindt er gegevensverlies plaats voor alle
logische schijfeenheden met RAID 0.
I
U kunt geen online reserveschijf toewijzen aan een array met een
logische schijfeenheid met RAID 0.
Online reserveschijf
Bij de configuratie kunt u eventueel een online reserveschijf toewijzen om de
fouttolerantie van het systeem verder te vergroten. Een online reserveschijf
(ook wel hot-spare genoemd) is een schijfeenheid die door de controller wordt
gebruikt als er een schijffout plaatsvindt. In geval van een schijffout worden
de gegevens op de defecte schijf door de controller opnieuw opgebouwd op de
online reserveschijf. Verder stuurt de controller gegevens die normaal zouden
worden opgeslagen op de defecte schijf, rechtstreeks naar de online
reserveschijf.
De online reserveschijf verbetert de algehele fouttolerantie van het systeem
doordat een defecte schijf automatisch wordt vervangen en de volledige
RAID-fouttolerantiebeveiliging van het systeem snel wordt hersteld.
Gedurende de tijd dat het systeem bezig is met het tussentijds herstel, is het
wel kwetsbaar voor andere schijffouten.
Voor elke arraycontroller kunt u maximaal vier online reserveschijven
installeren. U moet voor een online reserveschijf ten minste één fysieke
schijfeenheid hebben die is geïnstalleerd maar niet is toegewezen, en het
systeem moet een fouttolerantiemethode gebruiken (RAID 1, RAID 4 of
RAID 5).