E-16 Compaq StorageWorks RAID Array 4100 - Gebruikershandleiding
Gegevens van oorspronkelijke logische schijfeenheid opnieuw
verdeeld over "top" van alle fysieke schijfeenheden.
Nieuwe logische schijfeenheid gemaakt over "bodem" van alle
Daz-9-14.EPS
fysieke schijfeenheden.
Afbeelding E-10. Opslagcapaciteit van een array uitgebreid met een tweede
logische schijfeenheid
Bijvoorbeeld: Stel dat u twee Compaq RA4100's met in totaal 10
schijfeenheden heeft en u wilt dit systeem uitbreiden naar het maximum van
12 schijfeenheden dat door één RA4000-controller kan worden ondersteund.
Terwijl het hulpprogramma Array Configuration actief is, installeert u vier
gelijke schijfeenheden in de lege schijfposities. Uw array ziet er dan ongeveer
uit als de array in Afbeelding E-9, waarbij de oorspronkelijke gegevens (op de
oorspronkelijke logische schijfeenheid) een grijze schaduw hebben en de
nieuwe schijfeenheden geen schaduw. Voer het hulpprogramma Array
Configuration uit. U vindt dit programma op de cd met Compaq SmartStart en
ondersteunende software.
De RA4000-controller herverdeelt de gegevens over een gelijk deel van alle
schijfeenheden en gebruikt daarbij de oorspronkelijk toegepaste fouttole-
rantiemethode. Dit is nog steeds de eerste logische schijfeenheid maar deze
omspant nu 12 schijfeenheden in plaats van 10. Het hulpprogramma Array
Configuration detecteert ook de vrije ruimte op elke schijfeenheid (deze vrije
ruimte is er omdat elke schijfeenheid 10/12e bevat van de gegevens die er vóór
de uitbreiding op stonden) en helpt u deze te configureren als een tweede
logische schijfeenheid met een eigen fouttolerantie. Deze eenheid wordt
verdeeld over de extra ruimte op alle schijfeenheden.
Oorspronkelijke
logische
schijfeenheid
Toegevoegde
fysieke
schijfeenheden