OPMERKING: Groepeer in een array altijd fysieke schijfeenheden van dezelfde grootte.
Als u schijfeenheden van verschillende grootten groepeert, wordt de extra capaciteit van
de grotere schijfeenheden verspild.
Selecteer uit de schijfeenheden (links afgebeeld) de drie schijven
waaruit de array moet bestaan. Voor dit voorbeeld werden de volgende
schijfeenheden geselecteerd:
!
Poort 1:SCSI-ID-nummer 0
!
Poort 1:SCSI-ID-nummer 1
!
Poort 1:SCSI-ID-nummer 2
2. Klik op de knop Assign Drive(s) to Array (Schijven aan array toewijzen).
OPMERKING: De waarschijnlijkheid van een schijffout in een array is recht evenredig met
het aantal schijfeenheden in een array. U wordt aangeraden het aantal schijfeenheden in
een array te beperken tot maximaal 12.
3. Selecteer de schijfeenheid op poort 1:SCSI-ID-nummer 3 en klik op de
knop Assign Spare to Array (Reserveschijf aan array toewijzen). Het
scherm Create DriveArray (Drivearray maken) moet er als in de
volgende afbeelding uitzien.
Afbeelding 5-5. Voorbeeld met Array A.
OPMERKING: Dezelfde reserveschijf kan aan meerdere arrays worden toegewezen.
Reserveschijven horen echter minimaal dezelfde capaciteit te hebben als de schijfeen-
heden in de array.
Hulpprogramma Array Configuration uitvoeren 5-9