Vaste-schijfarrays E-13
De arraycontroller gebruikt de array-accelerator ook om de prestaties te
verhogen door te anticiperen op verzoeken. De array-accelerator maakt
gebruik van een multi-threaded algoritme om de volgende actie te voorspellen
die waarschijnlijk in de array moet worden uitgevoerd. De voor die actie
benodigde gegevens worden van tevoren in de array-accelerator opgeroepen,
waardoor ze al beschikbaar zijn voordat ze door de gebruiker worden
opgevraagd.
Gegevensbeveiliging
De array-accelerator is ontwikkeld om de betrouwbaarheid van gegevens te
garanderen. Batterijen en ECC-geheugen beschermen het cachegeheugen.
Op deze manier kunnen gebruikers de prestaties optimaal benutten zonder
concessies te doen aan de betrouwbaarheid.
De array-accelerator kan ook als één geheel worden verwijderd. Dankzij deze
voorziening en dankzij de geïntegreerde batterijen kan de array-accelerator
uit de ene RA4000-controller worden gehaald en in een andere worden
geïnstalleerd. Als er zich in de array-accelerator gegevens bevinden die nog
niet naar de vaste schijf zijn geschreven, kunnen deze fysiek naar een andere
arraycontroller worden overgebracht. Dit kan gebeuren als de arraycontroller
of de server defect is geraakt voordat de gegevens op een vaste schijf konden
worden opgeslagen.
ECC-geheugen
Voor een zo hoog mogelijke betrouwbaarheid van de gegevens bestaat het
cachegeheugen van de array-accelerator uit ECC-geheugen. ECC-geheugen
(Error Checking and Correcting, foutcontrole en -correctie) spoort alle één-bit
geheugenfouten in verschillende DRAM's op en corrigeert ze. Ook worden
twee-bit geheugenfouten in elke willekeurige positie en de meeste drie- en
vier-bit fouten in een enkel DRAM gesignaleerd. Ook kan een geheel DRAM
defect raken zonder gegevensverlies. Hierdoor worden vaakvoorkomende
geheugenfouten gecorrigeerd zonder de werking van het systeem te
onderbreken.
Batterijen
De array-accelerator is voorzien van batterijen waarin de gegevens die in het
cachegeheugen van de array-accelerator zijn opgeslagen, worden opgeslagen
in geval van een stroomonderbreking. Dank zij deze batterijen kunnen de
gegevens in de array-accelerator maximaal vier dagen worden bewaard.
Wanneer de stroomtoevoer is hersteld, zorgt een initialisatiefunctie dat de
bewaarde gegevens naar de desbetreffende schijfeenheden worden geschreven.