F-4 Compaq StorageWorks RAID Array 4100 - Gebruikershandleiding
Defecte schijfeenheden vervangen
Automatisch gegevensherstel
Defecte schijfeenheden in hot-pluggable schijfhouders kunnen worden
verwijderd en vervangen terwijl het hostsysteem en het opslagsysteem zijn
ingeschakeld. Natuurlijk kunnen hot-pluggable schijfeenheden ook worden
vervangen als de stroom is uitgeschakeld. Schakel echter NOOIT de RA4100
uit als het hostsysteem is ingeschakeld. Dit veroorzaakt schijffouten in alle
schijfeenheden van het opslagsysteem, waardoor de fouttolerantie
vermoedelijk niet meer kan functioneren. Wanneer een hot-pluggable
schijfeenheid wordt geplaatst, wordt alle schijfactiviteit op de controller
tijdelijk onderbroken terwijl de schijf opstart (ongeveer 20 seconden). Als de
schijf wordt geplaatst terwijl de stroom is ingeschakeld, zal in fouttolerante
configuraties op de vervangingsschijf automatisch worden begonnen met het
herstellen van de gegevens (wat is te zien aan een knipperend online-lampje).
De capaciteit van de vervangingsschijven moet net zo groot zijn als of
groter zijn dan de capaciteit van de andere schijfeenheden in de array.
Schijfeenheden met onvoldoende capaciteit worden direct door de controller
buiten werking gesteld zonder dat er met het automatisch herstellen van
gegevens wordt begonnen.
VOORZICHTIG: Als de RA4100 een schijfeenheid buiten werking heeft gesteld,
moet u de schijfeenheid door een andere vervangen. In bepaalde gevallen kan
een schijf waarvan de controller eerder heeft aangegeven dat deze defect is,
weer functioneel lijken nadat het systeem is uit- en weer aangezet, of nadat een
hot-pluggable schijfeenheid is verwijderd en weer teruggeplaatst. Deze manier
van werken wordt echter ten zeerste ontraden omdat het gebruik van dergelijke
'marginale' schijven uiteindelijk kan leiden tot gegevensverlies.
Als een schijfeenheid in een fouttolerante configuratie wordt vervangen terwijl
het systeem is uitgeschakeld, laat de controller tijdens het starten van het
systeem een zelftestbericht (POST) zien. Hiermee wordt aangegeven dat de
vervangingsschijf is herkend en dat het automatisch herstel van de gegevens
kan worden gestart. Druk op F1 om het automatisch gegevensherstel in de
achtergrond te starten. Als het automatisch gegevensherstel niet wordt gestart,
blijft de logische schijfeenheid in een 'gereed om te herstellen'-toestand en
wordt hetzelfde bericht weergegeven wanneer het systeem de volgende keer
weer wordt ingeschakeld.