Hulpprogramma Array Configuration uitvoeren 5-33
De waarde voor Expand Priority bepaalt wanneer de controller gegevens
verplaatst nadat u ervoor heeft gekozen om de capaciteit van een array uit te
breiden. Selecteer High (Hoog) als het uitbreiden van de capaciteit voorrang
heeft op het verwerken van opdrachten van het besturingssysteem. Selecteer
Low (Laag) als de controller alleen tijd mag besteden aan het uitbreiden van
de capaciteit wanneer er verder niets te doen is.
Met Accelerator Ratio (versnellingsverhouding) bepaalt u de hoeveelheid
geheugen die wordt toegewezen aan het lees- en schrijf-cachegeheugen.
Sommige applicaties presteren beter met een groter schrijf-cachegeheugen,
bij andere verbetert u de prestaties door een groter lees-cachegeheugen te
gebruiken.
Als u namen van aansluitingen wilt instellen voor Selective Storage
Presentation, klikt u op Connection Names (Namen van aansluitingen) in het
groepsvak Access Control (Toegang regelen). Zie het gedeelte 'De RA4000-
controller configureren voor Selective Storage Presentation' voor informatie
over het configureren van de RA4000-controller.
Scherm Create Array (Array maken)
In dit scherm worden links alle beschikbare schijfeenheden weergegeven die
zijn gekoppeld aan de geselecteerde controller. Schijfeenheden die aan de
huidige array zijn gekoppeld, worden rechts weergegeven. Elke fysieke
schijfeenheid wordt door een poortnummer en een SCSI-ID geïdentificeerd.
Om een array te maken, selecteert u een of meer schijfeenheden die deel
moeten gaan uitmaken van de array, en klikt u op de (bovenste) knop Assign
Drives to Array (Schijfeenheden aan array toewijzen). U kunt ook de
schijfeenheden selecteren en naar de array slepen. Als u een reserveschijf wilt
toewijzen, selecteert u de schijfeenheid die de reserve moet vormen en klikt u
op de onderste knop - de knop Assign Spare to Array (Reserveschijf toewijzen
aan array).