RAID-1 (spiegelen) logische schijfeenheid
I
Is ertegen bestand dat meerdere schijffouten tegelijk optreden, zolang de
schijfeenheden waarin de schijffouten zijn opgetreden, niet elkaars
spiegelbeeld zijn;
I
Is in een defecte toestand als twee defecte schijfeenheden met elkaar
zijn gespiegeld.
I
Is aan het regenereren als ten minste één schijfeenheid defect is en als
geen defecte schijfeenheden naar elkaar gespiegeld zijn;
I
Wordt opnieuw opgebouwd nadat een defecte schijfeenheid is
vervangen. De vervangende schijfeenheid wordt dan opnieuw
opgebouwd. Het volume kan zich na een schijfstoring ook in een
opbouwende toestand bevinden als een reserveschijf daarvóór al was
toegewezen en opnieuw wordt opgebouwd.
Als een RAID-1 logische schijfeenheid op de RA4100 X fysieke
schijfeenheden in de array heeft (zonder reserveschijfeenheden), zijn de eerste
X/2 fysieke schijfeenheden opeenvolgend met de tweede X/2 logische
schijfeenheden gespiegeld. Bij het vaststellen van de volgorde, nummert u elke
schijf in de array door de ID's op de eerste SCSI-bus in oplopende volgorde te
nummeren, gevolgd door de schijven op de tweede SCSI-bus;
I
Is ertegen bestand als één schijffout optreedt. De logische schijfeenheid
is in een regenererende toestand als één schijfeenheid defect raakt.
I
Is in een defecte toestand als meer dan één schijfeenheid defect raakt.
I
Is in een opbouwende toestand als een voorheen defecte schijfeenheid is
vervangen en de vervangingsschijf opnieuw wordt opgebouwd. Het
volume kan zich na een schijfstoring ook in een opbouwende toestand
bevinden als een reserveschijf daarvóór al was toegewezen en opnieuw
wordt opgebouwd.
Reserveschijven
Als bij een schijfstoring een reserveschijf is toegewezen en deze beschikbaar
is, wordt de reserveschijf onmiddellijk ingezet als een vervanging voor de
defecte schijf. De gegevens worden automatisch van de overige schijfe-
enheden in het volume gereconstrueerd en via het automatisch gegevensherstel
naar de reserveschijf geschreven. Zodra de reserveschijf geheel is opgebouwd,
functioneert de logische schijfeenheid weer met volledige fouttolerantie en kan
deze een volgende schijffout weerstaan. Als er echter een schijffout optreedt
voordat de reserveschijf geheel is opgebouwd, kan de reserveschijf niet
voorkomen dat de gehele logische schijfeenheid defect raakt.
Herstel na een vaste-schijffout F-3