Het doel van fouttolerante configuraties op de Compaq RAID-array 4000-
controller is te voorkomen dat er gegevens verloren gaan door een schijffout.
Alhoewel de firmware van de RA4000-controller is ontworpen als
bescherming tegen normale schijfstoringen, is het noodzakelijk dat de
systeembeheerder de juiste handelingen uitvoert om te herstellen van een
schijfstoring zonder dat er onbedoeld nog meer schijfstoringen kunnen
optreden. Meerdere schijfstoringen in dezelfde array leiden over het algemeen
tot verlies van gegevens (uitzonderingen zijn storingen die volgen op het
activeren van een reserveschijf en storingen van schijfeenheden in een
gespiegelde configuratie die niet met elkaar zijn gespiegeld).
Schijffouten herkennen
Een schijffout kan op verschillende manieren door de gebruiker worden
herkend:
I
Een geel lampje brandt op defecte schijfeenheden in een hot-pluggable
schijflade. Hierbij wordt er echter van uitgegaan dat het Storage System
is ingeschakeld en op de juiste manier is aangesloten. Let er op dat het
gele lampje kort kan oplichten wanneer een hot-pluggable schijfeenheid
wordt geplaatst. Dit is normaal.
I
Het gele lampje aan de voorkant van de Compaq RA4100-array brandt
als er defecte schijfeenheden in het systeem voorkomen (bij andere
problemen, zoals storingen met de ventilator of te hoge temperatuur,
gaat dit lampje ook branden).
Herstel na een vaste-schijffout
F
Appendix