Wanneer dit proces is voltooid, worden beide logische schijfeenheden, de
schijfeenheid met de oorspronkelijke gegevens en de nieuwe schijfeenheid,
geconfigureerd als één array met een grotere totale capaciteit dan de
oorspronkelijke array. Uw array ziet er nu ongeveer uit als de array in
Afbeelding E-10, waarbij de schaduw op dezelfde manier wordt gebruikt om
de logische schijfeenheden aan te geven.
Het is niet nodig dat alle logische schijfeenheden in een array dezelfde grootte
hebben, of dezelfde fouttolerantiemethode. Elke logische schijfeenheid wordt
behandeld als een aparte entiteit, hoeveel fysieke schijfeenheden deze ook
omspant. Elke logische schijfeenheid kan naar wens worden geconfigureerd.
Vergeet niet dat alle fysieke schijfeenheden in een array wel dezelfde grootte
(capaciteit) horen te hebben. Dit komt doordat elke schijf een gelijk gedeelte
van een of meer logische schijfeenheden bevat en deze gedeelten samen niet
groter kunnen zijn dan het formaat van de kleinste schijf. U kunt de opslag-
capaciteit dus uitbreiden met grotere schijven, maar deze extra ruimte kan niet
worden gebruikt.
Tijdens het uitbreiden van een array die oorspronkelijk uit twee of meer
logische schijfeenheden bestond, worden de gegevens van telkens één logische
schijfeenheid opnieuw verdeeld. Zodra de capaciteitsuitbreiding voltooid is,
worden alle nieuwe logische schijfeenheden beschikbaar gesteld.
Online capaciteitsuitbreiding
In bepaalde gevallen ondersteunen de RA4000-controller en het
hulpprogramma Array Configuration ook het online aanbrengen van
wijzigingen in de opslagcapaciteit. Dit kan onder de volgende voorwaarden:
I
Het besturingssysteem Windows NT of NetWare (NetWare 3.11 wordt
niet ondersteund)
I
Hot-pluggable schijven
Aangezien de RA4000-controller door het hulpprogramma Array
Configuration opnieuw wordt geconfigureerd, kan dit alleen online gebeuren
als het hulpprogramma Array Configuration in dezelfde omgeving als de
normale serverapplicaties wordt uitgevoerd.
Vaste-schijfarrays E-17